De Europese Commissie heeft een infractieprocedure ingesteld tegen Nederland bij het Hof van Justitie EU. In geschil is of Nederland bij een internationale waardeoverdracht van pensioen van de overnemende verzekeraar mag eisen dat het Nederlandse afkoopverbod in stand blijft.
Bron: Publicatieblad EU, 22 augustus 2022
Inwoners van Nederland die in Nederland belaste pensioenuitkeringen ontvangen van een internationale organisatie zitten in een moeilijke bewijspositie. In het besluit wordt aangegeven hoe zijn in hun aangifte de pensioenen kunnen verwerken.
Bron: Ministerie van Financiën, 19 augustus 2022
Een uitkering uit een regeling voor vervroegde uitkering is voor de toepassing van een belastingverdrag aan te merken als een pensioenuitkering en is niet vergelijkbaar met een AOW-uitkering.
Bron: Belastingdienst, Forum Fiscaal Dienstverleners, 9 augustus 2022
Auteur: Sofie Matthys, Director Tax & Legal bij Deloitte Private, Accountancy and Advisory België (smatthys@deloitte.com)
De Nederlandse wet uitfasering pensioenen in eigen beheer maakte vanaf 1 juli 2017 een einde aan de opbouw van een zogenaamd pensioen in “eigen beheer”. Een Nederlandse directeur-grootaandeelhouder (dga) – vergelijkbaar met een Belgische bedrijfsleider – kon op die manier een pensioen opbouwen waarbij het beheer van de pensioenbijdragen en de uitbetaling ervan werd gemonitord door de eigen onderneming, in de plaats van door een professioneel pensioenfonds.(1) Ten gevolge van voornoemde wet hebben veel dga’s ervoor gekozen om hun reeds opgebouwde pensioenen af te kopen (met korting op de belastbare grondslag). De afkoop van het Nederlandse pensioen in eigen beheer heeft in België echter tot veel discussie geleid, waar recente rechtspraak in het voordeel van de belastingplichtige pleit. De potentiële impact van het MLI bij het dubbelbelastingverdrag tussen België en Nederland verdient evenwel de nodige belangstelling.
De actiegroep stop plundering Duitse pensioenen krijgt ook na kamervragen nul op het rekest. De staatssecretaris wil, uitgebreide onderbouwd, het pensioenartikel in het belastingverdrag met Duitsland niet wijzigen voor inwoners van Nederland.
Bron: Ministerie van Financiën, 9 juni 2022
Belastingheffing over de waarde van de pensioen- en lijfrentenaanspraak ter zake van de zetelverplaatsing van de BV’s waar de pensioen- en lijfrenteaanspraken zijn ondergebracht, is in strijd het EU-recht (vrij verkeer van diensten).
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12 mei 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:2591
Het pensioenartikel in het belastingverdrag met Duitsland dat op 1 januari 2016 in werking is getreden pakt voor een inwoner van Nederland met een Duitse Rente nadelig uit. Een verdragswijzing kan nadelig uitwerken, dat is een inherent aan verdragwijzigingen.
Bron: Conclusie A-G Niessen, 26 april 2022, ECLI:NL:PHR:2022:396
P woont in Nederland en ontvangt een overlijdensuitkering op basis van een Iers ‘Death Benefit Plan’. De uitkering vloeit voort uit eenin Ierland gebruikelijke regeling en kwalificeert in Nederland als pensioen. Het verdrag met Ierland wijst de heffing aan Nederland toe.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21 april 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:2116
Auteur: Chantal Hendrickx, advocaat bij Hendrickx Taxlaw, (Chantal.hendrickx@hendrickx-taxlaw.be)
Het fiscaal regime in België van Nederlandse aanvullende pensioenen beroert al een tijd de gemoederen. Overeenkomstig vaststaande rechtspraak zijn deze pensioenen (minstens het gedeelte dat werd opgebouwd tot 2004) in België slechts belastbaar ten belope van het bevattend roerend inkomen. De Belgische belastingdienst betwist deze rechtspraak en sinds eind 2017 is de Nederlandse belastingdienst van oordeel dat zij heffingsbevoegd is met betrekking tot de Nederlandse aanvullende pensioenen die méér dan € 25.000 per jaar bedragen. Met de wet dd. 21 januari 2022 houdende diverse fiscale bepalingen meent de Belgische regering dat én de rechtspraak schaakmat is gesteld én de heffingsbevoegdheid over Nederlandse aanvullende pensioenen bij België blijft. Is dat ook zo?
Auteur: mr. S.H.W.A. Bemelmans, als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM / Universiteit Maastricht en de Law, Tax & Business Unit van de Universiteit Hasselt (stefan.bemelmans@maastrichtuniversity.nl / stefan.bemelmans@uhasselt.be)
Gevolgen van klimaatverandering verschijnen met enige regelmaat in de media.(1) De inwoners van grote delen van de Euregio Maas-Rijn hebben de verwoestende gevolgen hiervan in de zomer van 2021 aan den lijve ondervonden. Aanhoudende regenval leidde namelijk tot schrijnende situaties in België (provincies Limburg en Luik), Duitsland (deelstaten Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts) en Nederland (provincie Limburg). De roep om te investeren in duurzame energiebronnen en technieken en tegelijkertijd het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen wordt dan ook alsmaar luider. Daarnaast vormen de huidige geopolitieke ontwikkelingen in de wereld een verdere stimulans om de energietransitie te versnellen. Op internationaal, Europees en nationaal niveau worden afspraken gemaakt op welke wijze de komende jaren hier vorm aan kan worden gegeven. Het is reeds duidelijk dat deze gemeenschappelijke doelstelling een maatschappelijke verantwoordelijkheid is.
In dit zesde deel van de in 2021 in dit Vakblad gestarte Pensioenreeks(2) staat de vraag centraal op welke wijze de pensioensector hieraan kan bijdragen en welke uitdagingen de pensioensector staan te wachten. Bij de beantwoording van deze vraag wordt gebruik gemaakt van de bevindingen opgedaan tijdens de 11de editie van het Pensioenseminar Maastricht.(3) Tijdens het Pensioenseminar Maastricht werd namelijk vanuit het perspectief van de politiek, wetenschap en pensioenpraktijk het gesprek gevoerd over de wijze waarop de pensioensector enerzijds met vragen en uitdagingen inzake de maatschappelijke opgaven rondom klimaat en duurzaamheid dient om te gaan en anderzijds met de te maken afwegingen en keuzes hieromtrent.