Auteurs: Anne Aarts LLM en Nancy Slegers, respectievelijk loonheffingenspecialist adviesgroep Loon- & Premieheffing bij BDO Accountants & Belastingadviseurs in Breda (Anne.Aarts@bdo.nl) en Senior Manager bij BDO Belastingconsulenten in Antwerpen (Nancy.Slegers@bdo.be)
De grensstreek tussen Nederland en België is behoorlijk lang. Door de jaren heen hebben dan ook heel wat bedrijven in Nederland en België zich op de markt aan de andere kant van de grens begeven en zijn er heel wat grensoverschrijdende groepsstructuren ontstaan. In de praktijk zien we dat als gevolg hiervan werknemers ook regelmatig hun werkzaamheden voor korte of langere periodes aan de andere kant van de grens verrichten. Bij detachering of gelijktijdige tewerkstelling zal de werknemer in de praktijk meestal verder onderworpen kunnen blijven aan de sociale zekerheidswetgeving van het land waar hij normaal tewerkgesteld wordt. Op het vlak van de belastingheffing is het in de praktijk niet altijd eenvoudig om te voorkomen dat de belastingheffing naar het werkland verschuift. De 183-dagenregeling, en een juiste telling van verblijfsdagen, speelt daarin een belangrijke rol.
Diverse kamervragen zijn beantwoord over het overgangsrecht 30%-regeling. Verduidelijkt wordt welke groepen 30%-ers voordeel hebben van het overgangsrecht. Verder wordt aangegeven dat het overgangsrecht ook geldt voor de vergoeding van de werkelijke extraterritoriale kosten.
Bron: Nota n.a.v. het verslag BP 2019, 2 november 2018
Een inwoner van Nederland ontvangt in 2014 een overheidpensioen uit het Verenigd Koninkrijk van 9.998 euro. Het belastingverdrag uit 2008 wijst het heffingsrecht toe aan Nederland. Een beroep op de overgangsregeling baat niet, omdat de eerste betaling heeft plaatsgevonden na de inwerkingtreding van het verdrag, ook al zag deze eerste betaling mede op een periode voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding.
Bron: Gerechtshof Amsterdam, 9 oktober 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3916
Belanghebbende voetbalde enkele maanden, gedurende één voetbalseizoen, in India. Hij verbleef aaneensluitend in een hotel in India. Zijn gezin woonde in Nederland. Hof Amsterdam is van mening dat hij inwoner van Nederland is gebleven. Zijn loon is belast in Nederland.
Bron: Gerechtshof Amsterdam, 9 oktober 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3917
Een inwoner van Nederland ontvangt dividend uit een in de VS gevestigde ‘irrevocable non-descretionary trust’. Er wordt geen dividendbelasting ingehouden. De vraag is of desondanks 15% dividendbelasting verrekend kan worden. Hoewel de verdragstekst onduidelijk is, vindt de rechtbank dat alleen daadwerkelijk geheven bronbelasting kan worden verrekend.
Bron: Rechtbank Noord-Holland, 17 oktober 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:9189
Uitzendbureau X heeft huisvesting ter beschikking gesteld aan buitenlandse uitzendkrachten. De voorbelasting die aan X in rekening is gebracht komt voor de omzetbelasting niet in aanmerking voor aftrek. Dit zou anders kunnen zijn als X genoodzaakt zou zijn geweest de huisvesting te verzorgen.
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16 oktober 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9146
Een inwoner van Costa Rica heeft in 2015 in Nederland belast inkomen en in Costa Rica belast inkomen. Voor de berekening van de hoogte van de arbeidskorting neemt de rechtbank alleen het in Nederland belaste loon in aanmerking en niet het wereldinkomen, zoals de inspecteur stelt.
Bron: Rechtbank Gelderland, 18 september 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:4009
De verkorting van de looptijd van de 30%-regeling van 8 naar 5 jaar, wordt wel per 1 januari 2019 in de wet opgenomen. Echter de verkorting van de looptijd wordt nog feitelijk niet toegepast in de jaren 2019 en 2020 op grond van een overgangsregeling.
Bron: Ministerie van Financiën, Tweede Nota van wijziging BP 2019, 26 oktober 2018
De Hoge Raad bevestigt de visie van het Gerechtshof. De ziektewetuitkering die een inwoner van Spanje uit Nederland ontvangt is in Nederland belast. Ook is belanghebbende sociaal verzekerd in Nederland. Een ziektewetuitkering is voor beide regelingen gelijk te stellen aan inkomsten uit loondienst.
Bron: Hoge Raad, 8 juni 2018
Een inwoner van België werkt voor een Luxemburgse werkgever ook in derde landen. Op grond van de Belgische belastingverdragen wordt de heffing over de werkdagen in de derde landen toegewezen aan woonland België. Een dergelijke verdragsbepaling is niet in strijd met het vrij verkeer van werknemers.
Bron: Hof van Justitie EU, 24 oktober 2018, ECLI:EU:C:2018:856