Hooglerarenartikel in het Verdrag Nederland-België 2001: voldoende duidelijk?

Marjon Weerepas Geschreven door 22-04-2021

Auteur: Prof.dr. MJ.G.A.M. Weerepas, verbonden aan de Universiteit Maastricht, capaciteitsgroep Belastingrecht (marjon.weerepas@maastrichtuniversity.nl)

Het zogenoemde hooglerarenartikel in het Verdrag Nederland-België 2001 is al geruime tijd met het oog op de optredende discoördinatie van belasting- een premieheffing een doorn in het oog voor een bepaalde categorie grenswerkers. Immers ingevolge art. 20 Verdrag-Nederland-België 2001 is voor de eerste twee jaren sprake van een woonstaatheffing, terwijl inzake de verzekerings- ofwel premieplicht ingevolge Verordening 883/2004 een werkstaatheffing van toepassing is. Dit kan leiden tot voor- of nadelen. Deze kunnen onder andere ontstaan door het verschil in de toepasselijke tarieven. De tarieven van de Belgische inkomstenbelasting zijn bijvoorbeeld hoger dan de Nederlandse tarieven.(1) Het hooglerarenartikel is al verscheidene malen bij de Staatssecretaris van Financiën aan de orde gesteld. De Staatssecretaris heeft toegezegd dat de herziening van de hooglerarenbepaling zal worden meegenomen bij de nieuwe verdragsonderhandelingen.(2) Overigens kent het OESO-Modelverdrag niet een met het hooglerarenartikel vergelijkbare bepaling; enkel een artikel betreffende studenten. België heeft recentelijk een standpunt ingenomen ten aanzien van de toepassing van art. 20 Verdrag Nederland-België 2001. In deze bijdrage volgt een bespreking van dat standpunt, mede in het licht van het Nederlands standpunt inzake voorkoming van discoördinatie.

Voor deze inhoud dient u in te loggen.

Wilt u meer lezen en altijd op de hoogte zijn van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdend werken? Sluit een abonnement af. Heeft u al een abonnement, dan kunt u uiteraard inloggen.

Nieuws