Grenseffecten van Vitaliteitspact en andere regelingen

Auteur: Erik van Beers, co&ouml;rdinator SOFIE (Sociaal Fiscaal Internationaal Expertisecentrum) (erik@vraagsofie.nl) In het Vitaliteitspact voor Nederlandse universiteiten zijn door werkgevers en werknemers afspraken gemaakt om duurzame inzetbaarheid te faciliteren. Hiermee wil men werknemers in staat stellen gezond en vitaal tot de AOW-leeftijd te kunnen blijven werken, waarbij de mogelijkheid wordt geboden om vanaf 5 jaar voor de AOW-leeftijd minder te gaan werken. Onlangs werd bij de helpdesk van SOFIE (samenwerkingsverband Nederlandse universiteiten op het gebied van grensoverschrijdend werken) een vraag gesteld over hoe om te gaan met het Vitaliteitspact bij werknemers die in het buitenland wonen en deels thuiswerken. Belangrijk voordeel voor de werknemer is naast vitaliteit en meer vrije tijd, handhaving van de volledige pensioenopbouw. Dit laatste noemen we een voordeel omdat pensioenpremie in Nederland niet behoort tot de grondslag voor belasting- en premieberekening. Pas wanneer iemand daadwerkelijk van het pensioen geniet moet daarover belasting en premie betaald worden. Overigens mag je niet onbeperkt belastingvrij pensioen opbouwen. Hiervoor gelden fiscale regels. Door belastingvrij pensioensparen te faciliteren draagt de Nederlandse fiscus bij aan de pensioenopbouw van onze werknemers. Eigenlijk vindt er een soort ruil plaats. Universiteiten kennen meer regelingen waarbij door een ruil voordeel verkregen kan worden. Denk daarbij aan het cafetariamodel arbeidsvoorwaarden. Daar ruil je belastbaar loon voor een belastingvrije vergoeding. Naast voordelen kennen al deze regelingen ook nadelen. We waarschuwen medewerkers altijd voor de mogelijke gevolgen van zo&rsquo;n ruil voor eventuele socialezekerheidsuitkeringen, pensioenopbouw, eindejaarsuitkering en vakantiegeld. Maar wat gebeurt er nu wanneer een medewerker sociaal verzekerd is in een ander land of wanneer de belastingheffing toekomt aan het andere land? Zijn er dan nog wel voordelen en welke nadelen zijn er dan? Dat is een goede vraag! De meeste &lsquo;ruils&rsquo; zijn namelijk kleine ingewikkelde fiscale constructies. Constructies die gebouwd zijn op Nederlandse fiscale-, sociale zekerheids- en pensioenwetgeving. Die storten compleet in wanneer &eacute;&eacute;n van de elementen ertussen uitgehaald wordt. We zullen dit aan de hand van enkele voorbeelden proberen uit te leggen. Voorbeeld Vitaliteitspact Omdat de medewerker in het buitenland sociaal verzekerd is en mogelijk deels belast, zal de pensioenpremie in dat land gezien kunnen worden als belastbaar inkomen. Het ABP-pensioen kent in Nederland een onbelaste opbouw. In het buitenland wordt het ABP vaak gewoon gezien als een priv&eacute;spaarregeling. Een bijdrage daaraan zal altijd beoordeeld moeten worden naar de wetgeving van dat land. Het woonland heeft immers het heffingsrecht op grond van het verdrag met dat land. Overigens doen wij andersom in Nederland met de meeste buitenlandse priv&eacute;spaarregeling precies hetzelfde. Dit betekent dat er helemaal niet belastingvrij wordt opgebouwd. Daarbij zal mogelijk na de opbouwfase bij het genieten van het pensioen ook nog eens belasting betaald moeten worden. In feite wordt de medewerker zonder anticumulatieregeling dubbel belast. Voorbeeld cafetariamodel Je ruilt vakantiegeld voor een hogere reiskostenvergoeding en bent belastingplichtig in Belgi&euml;. In Belgi&euml; kent men een forfaitaire reiskostenvergoeding via de inkomstenbelasting. Dat wil zeggen dat je in de Belgische aangifte een bepaald bedrag mag aftrekken omdat je dagelijks naar je werk reist. Vergoedingen van de werkgever daarentegen worden gezien als gewoon salaris, en zijn fiscaal belast. Daar komt nog bij dat het belastingtarief in Belgi&euml; zo mogelijk nog hoger is dan in Nederland. Door de ruil zal de medewerker dus nog meer belasting moeten betalen. Gevolgen van een ruil i.c.m. met een buitenlands socialezekerheidsrecht Het voordeel van de ruil van loon voor onkostenvergoeding zit &lsquo;m voor een groot deel ook in de premieheffing. Deze bestaat in Nederland in de eerste schijf uit maar liefst 28%, terwijl er slechts ca 9% loonbelasting geheven wordt. Het effect van deze ruil is, voor iemand van wie het inkomen grotendeels in de eerste schijf valt en niet sociaal verzekerd is in Nederland, dus verwaarloosbaar. Hier staat tegenover dat het nadelig effect eveneens verwaarloosbaar is. De werknemer ontvangt later namelijk een socialezekerheidsuitkering naar buitenlands recht. De uitruil be&iuml;nvloedt immers wel het Nederlandse loon, maar niet het loon in het land waar men sociaal verzekerd is. Het effect voor de werkgever is daarbij ook niet bepaald gunstig. De universiteiten hebben namelijk in de BWNU afgesproken om de WW aan te vullen tot het Nederlandse niveau. Conclusie Belangrijk is dat werkgevers bij het opstellen van regelingen aandacht hebben voor deze specifieke doelgroep. Dit soort constructies zijn zodanig &lsquo;typisch&rsquo; Nederlands dat je niet kunt verwachten dat iemand de impact van een keuze kan overzien. Zorg daarom voor goede voorlichting en interne kennisoverdracht en tijdige signalering door HR-medewerkers of waarschuw daar waar nodig met een disclaimer op voorlichtingsteksten en formulieren.

Menu

Grenseffecten van Vitaliteitspact en andere regelingen

Nieuws