Werknemers hadden een formele dienstbetrekking met Bulgaarse vennootschappen. Deze arbeidsovereenkomsten komen geen reële betekenis toe. Er is sprake van een schijnconstructie. De werknemers zijn in dienstbetrekking bij belanghebbende. Een boete van 25% is passend.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 13 februari 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:497
X staat ingeschreven in het BRP en rijdt met een Roemeense auto op de openbare weg. Dat de auto na de inschrijving pas tot zijn beschikking is gekomen is niet aannemelijk gemaakt noch dat hij inwoner is van Roemenië. De naheffingsaanslag is terecht.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 2 april 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1124
X stelt in 2001 te zijn geëmigreerd naar Zwitserland. In 2011, 10 jaar later, wordt de bij emigratie opgelegde conserverende aanslag kwijtgescholden. Even later verkoopt X zijn aanmerkelijk belang. Als de inspecteur ontdekt dat X in 2011 wel in Nederland woonde, vordert hij terecht na.
Bron: Rechtbank Gelderland, 10 maart 2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:1636
Een revalidatieuitkering moet voor de VO 883/2004 aangemerkt worden als een uitkering bij ziekte. Betrokkene, woont in Duitsland en is daar sociaal verzekerd. Hij heeft dan geen recht op een Oostenrijkse uitkering, nu hij daar niet meer sociaal verzekerd is.
Bron: Hof van Justitie EU, 5 maart 2020, ECLI:EU:C:2020:177
X woont in België en is gehuwd met Y. De rechter volgt de inspecteur. Sinds 2015 (invoering kwalificerende buitenlandse belastingplichtige) kunnen de negatieve inkomsten van Y niet meer in aftrek komen bij X. Y heeft eigen belast inkomen in België.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18 december 2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:5723
Het belastingverdrag wijst de heffing over het arbeidsongeschiktheids – en nabestaandenpensioen (voor zover dat geen opbouwkarakter heeft) toe aan Nederland. X werkte voor de overheid op de expiratiedatum. Voor het restant is de status op het moment van de opbouw relevant.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 13 maart 2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:1185
Een Pakistaanse heeft geen rechtmatige verblijfstitel in Nederland. De verlengingsaanvraag voor een verblijfstitel is onherroepelijk afgewezen. Ze is dan niet in Nederland sociaal verzekerd en heeft dan geen recht op de premiedelen van de heffingskortingen.
Bron: Gerechtshof Amsterdam, 10 maart 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:589
X werkt als Rijnvarende een substantieel deel van zijn werkzaamheden in zijn woonland Nederland. De inspecteur heeft het aantal in Nederland gewerkte uren terecht berekend zonder onderscheid te maken tussen arbeidsuren en rusttijden.
Bron: Gerechtshof Den Haag, 26 november 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:3767
Een Nederlandse BV is voor het belastingverdrag inwoner van Malta. De winst van de BV is niet naar Malta overgebracht en daarom niet in Malta belast (remittance base regime). Nederland mag de inkomsten (winst) van de BV belasten. Dat is niet in strijd met het EU-recht.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 13 maart 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:969
Een inwoner van Nederland werkt voor een Zwitserse werkgever op een schip dat pijpen legt in zee. Dit moet aangemerkt worden als ‘internationaal vervoer. Op basis van art. 15, lid 3 van het verdrag met Zwitserland heeft Zwitserland het heffingsrecht.
Bron: Rechtbank Noord Nederland, 16 maart 2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:1213