A woont in België en geniet een Nederlands pensioen uit zijn pensioen-BV. België belast het Nederlands pensioen als roerend inkomen (3% van het kapitaal). Omdat België het pensioen beperkt belast heeft Nederland het heffingsrecht. De navordering met boete is terecht.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28 oktober 2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:6113
Een inwoner van België was directeurgrootaandeelhouder van een Nederlandse BV. Hij heeft een ouderdomspensioen opgebouwd. De uitkeringen zijn niet belast, omdat de inspecteur niet bewijst dat de pensioenopbouw fiscaal gefaciliteerd is geweest in Nederland.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30 maart 2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:1628
Z is piloot bij een Ierse werkgever, die geen Nederlandse inhoudingsplichtige is. De per diem-vergoeding, van 4,60 euro per uur voor verblijfkosten is aangewezen en voldoende gespecificeerd om aangemerkt te kunnen worden als een onbelaste vergoeding.
Bron: Rechtbank Den Haag, 2 april 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:3408
Een voormalig gemeenteambtenaar woont in Thailand. Hij ontvangt loon op grond van een loondoorbetalingsverplichting van de gemeente en een (vroeg)pensioen van het ABP. Op grond van het overheidsartikel in het belastingverdrag met Thailand heeft Nederland het heffingsrecht.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 17 april 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1278
Y is 4 jaar uitgezonden naar de VS. Hij heeft de woning ter beschikking gesteld aan bekenden op basis van een gebruiksovereenkomst. De woning is gebruikt als kraakwacht en stond niet ter beschikking. Er blijft sprake van een eigen woning.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 17 april 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1296
Een rechter kan bij geconstateerde fraude een A1-verklaring negeren. Voorwaarde is wel 1. dat de dialoogprocedure is ingeleid en 2. dat de lidstaat die de A1 heeft afgegeven niet binnen een redelijke termijn een besluit heeft genomen.
Bron: Hof van Justitie EU, 2 april 2020, ECLI:NL:C:2020:260
Y, gehuwd met Z, woont in België en is een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige. Z is geen fiscale partner. Van de eigen woning is het deel aftrekbaar dat ziet op Y's deel van de totale netto-inkomsten. In de huwelijkse voorwaarden is deze verdeling opgenomen.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12 maart 2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:1230
X woonde enige tijd In Spanje en wist niet dat ze recht had op kinderbijslag. Ze heeft de gepubliceerde beleidsregels van de SVB gebaseerd op een arrest (Slanina) van het Hof van Justitie EU gemist. Ze heeft niet met terugwerkende kracht recht op kinderbijslag.
Bron: Centrale Raad van Beroep, 12 maart 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:653
X woonde in Nederland en heeft in zijn studietijd in het VK gestudeerd en gewerkt en was aldaar sociaal verzekerd. Hij heeft over deze periode geen recht op Nederlandse AOW, ook al leverde de arbeid in het VK feitelijk geen pensioen op.
Bron: Centrale Raad van Beroep, 5 maart 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:561
De rechtbank stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over de toepassing van het pensioenartikel (art. 18, lid 2) van het belastingverdrag met Portugal ter zake van de door een inwoner van Portugal genoten AOW- en WAO-uitkeringen.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17 april 2020, ECLI:RBZWB:2020:1814 en 1764