Tijdens een uitzending komt een studerende dochter 2 maanden in de Nederlandse eigen woning wonen in afwachting van een stage in het buitenland. Omdat zij niet meer tot het huishouden behoorde vervalt de status van eigen woning en gaat de woning over naar box 3.
Conclusie A-G Niessen, 17 juli 2020, ECLI:NL:PHR:2020:704
Een inwoner van Nederland heeft Franse banktegoeden. Het spaartegoed is onderdeel van het wereldinkomen en in Nederland belast. Er is geen vrijstelling van toepassing. De verlengde navorderingstermijn en de vergrijpboetes zijn terecht toegepast.
Bron: Rechtbank Den Haag, 27 februari 2020, ELCI:NL:RBDHA:2020:2519
A woont in Nederland en is directeur Legal & Compliance van een Luxemburgse vennootschap. In tegenstelling tot Luxemburg past Nederland het bestuurdersartikel niet toe, omdat A geen formeel bestuurders is. Het artikel voor niet-zelfstandige arbeid is van toepassing.
Bron: Gerechtshof Den Haag, 14 juli 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1317
X woont in België. Zijn AOW is in België belast. De AOW houdt geen verband met beroepswerkzaamheden in Nederland. De arbeidsinkomsten zijn belast in België, omdat niet fysiek in Nederland is gewerkt. Het bestuurdersartikel is niet van toepassing omdat hij werkt voor een Belgische bvba.
Bron: Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, 26 juni 2020
De werkgever van een internationaal chauffeur is de onderneming die het feitelijke gezag uitoefent, feitelijk de loonkosten draagt en feitelijk bevoegd is om te ontslaan, en niet de onderneming waarmee een formele arbeidsovereenkomst is gesloten.
Bron: Hof van Justitie EU, 16 juli 2020, ECLI:EU:C:2020:565
Een werkgever verwerkt de 30%-vergoeding niet op de loonstrook en is dan geen eindheffingsbestanddeel. In bezwaar kan de werknemer dan niet de inhouding LH deels terugkrijgen door alsnog de 30%-vergoeding te claimen. Hij moet dat arbeidsrechtelijk afdwingen.
Bron: Rechtbank Den Haag, 1 juli 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:6030
X is in 2017 geëmigreerd naar Spanje en heeft zijn bestelauto meegenomen. De aanslag MRB over de periode december 2017 – maart 2018 is terecht verschuldigd door X. X is zelf verantwoordelijk voor het tijdig doorgeven van de wijziging.
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30 juni 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:5096
A woont in Marokko en is gehuwd met een in Nederland wonende man. Met ingang van 2015 bestaat geen recht op uitbetaling van de algemene heffingskorting. Zij woont niet binnen de voor de kwalificerende buitenlandse belastingplicht vereiste landenkring.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 2 juli 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1997
De Hoge Raad heeft in 8 arresten de Rijnvarenden in het ongelijk gesteld. In alle casus waren de Rijnvarenden terecht in Nederland verzekerd, zoals de Belastingdienst had bepaald. Dat de werkgevers de premies in Luxemburg of Cyprus afdroegen leidt niet tot verrekening van de aldaar ten onrechte afgedragen premies.
Bron: Hoge Raad, 10 juli 2020, o.m. ECLI:NL:HR:2020:1150, ECLI:NL:HR:2020:1237 en ECLI:NL:HR:2020:1151
X krijgt kort na aankomst in Nederland een uitbetaling uit een aandelenplan. De 30%-regeling is niet van toepassing, omdat niet voldaan is aan het 150 kilometer-criterium. X had eerder enkele jaren in Brussel gewerkt. De adviseur is schadeplichtig, omdat het Belgische verblijf niet goed is beoordeeld.
Bron: Rechtbank Rotterdam, 3 juni 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:5566