Een Nederlandse BV is feitelijk gevestigd in Malta en daar verdragsinwoner, zonder vaste inrichting in Nederland. Er wordt geen winst naar Malta overgemaakt, zodat Malta door de remittance-bepaling in het Maltese recht niet heft. Nederland mag dan vennootschapsbelasting heffen.
Bron: 25 september 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:9061
De tewerkstelling van A eindigde op 17 januari 2017. Het formele ontslag is ingegaan op 31 maart 2017. Op 29 maart ontvangt A een bonus waarop de 30%-regeling terecht niet is toegepast. De maand na de tewerkstelling (28 februari) is de 30%-regeling geëindigd.
Bron: Rechtbank Noord-Holland, 25 september 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:9072
De gezinsleden van P, AOW-gerechtigde inwoner van Nederland, wonen in Spanje. In Spanje zijn de gezinsleden als verdragsgerechtigden aangemerkt en voor de zorgkosten meeverzekerd bij P. P is de verdragsbijdrage aan het CAK verschuldigd.
Bron: Centrale Raad van Beroep, 29 mei 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1155
Nederland kan een WAO- of AOW-uitkering op basis van het pensioenartikel in het verdrag met Portugal alleen belasten, als aan de drie voorwaarden van lid 2 is voldaan. Voor voorwaarde b is relevant of Portugal de uitkeringen kan belasten. Voor de AOW wordt niet aan voorwaarde a voldaan.
Bron: Hoge Raad, 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1732 en 1733
Is In een migratiejaar bestaat ook voor de periode dat men geen inwoner van Nederland was recht op de bijzondere verhoging van de heffingskorting (art. 8.9a Wet IB). Dat de emigrant wel in de binnenlandse periode verzekerd was in Nederland, maakt dat niet anders.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2 oktober 2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:4699
X woont in Nederland en ontvangt twee Duitse pensioenen. De in Duitsland wel aftrekbare premies ziektekostenregeling zijn in Nederland niet aftrekbaar. Het Duitse inkomen wordt naar Nederlandse maatstaven bepaald.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24 juli 2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:3484
Tijdens een uitzending komt een studerende dochter 2 maanden in de Nederlandse eigen woning wonen in afwachting van een stage in het buitenland. Omdat zij niet meer tot het huishouden behoorde vervalt de status van eigen woning en gaat de woning over naar box 3.
Bron: Hoge Raad, 23 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1667
A woont in Frankrijk. 70% van zijn inkomen (het pensioen) is belast in Nederland. 30% (de AOW) is belast in Frankrijk. Hij betaalt in Frankrijk geen belasting, maar maakt niet aannemelijk dat dat een gevolg is van de geringe hoogte van zijn inkomen (art. 21bis UBIB).
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 1 september 2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:4107
Stichting L is opgericht naar het recht van de Nederlandse Antillen en daar statutair gevestigd. Feitelijk is L in Nederland gevestigd. Doorslaggevend daarbij is dat M, lid van de Raad van Toezicht die deel uitmaakte van de structuur, in Nederland woont en kantoor heeft.
Bron: Hoge Raad, 16 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1619
Een inwoonster van Duitsland ontving een studiebeurs voor haar onderzoek aan een Duitse universiteit. Ze werkte part-time in dienstbetrekking bij een Nederlandse universiteit en was in Nederland sociaal verzekerd. Haar Duitse beurs behoort tot het Nederlandse premie-inkomen.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17 juli 2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:3162