Auteur: Ursula Beste, werkzaam als Steuerberaterin bij bureau vaktechniek EY Duitsland
Bedrijven die hun werknemers in het buitenland te werk stellen, maken met hen vaak afspraken over tax equalization: de werkgever compenseert verschillen tussen belastingheffing in binnen- en buitenland. Hij neemt eventuele fiscale nadelen voor zijn rekening, maar profiteert ook van een mogelijk gunstigere belastingheffing in het andere land. Het laatste punt blijkt echter tot problemen te leiden indien een CAO (zgn. Tarifvertrag) van toepassing is. Dit blijkt uit een arrest van de hoogste rechter in Duitsland op het gebied van arbeidsrecht, het Bundesarbeitsgericht (BAG) van 7 september 2022. Bij toepassing van een CAO heeft de werknemer recht op het bruto CAO-loon. Het is dan niet voldoende als de netto beloning (exclusief detacheringsgerelateerde beloningscomponenten) tijdens de tewerkstelling in het buitenland even hoog is als voorheen. Werkgevers die gebonden zijn aan collectieve arbeidsovereenkomsten zullen daarom hun interne detacheringsrichtlijn en detacheringsovereenkomsten nader moeten beoordelen en waar nodig moeten aanpassen om aan de arbeidsrechtelijke vereisten in Duitsland te voldoen en negatieve gevolgen te voorkomen. Uiteraard geldt dit alleen als Duits arbeidsrecht van toepassing is.
Het pensioenartikel in het belastingverdrag met Duitsland wordt niet gewijzigd naar aanleiding van klachten van in Nederland wonende pensionado's met een Duits pensioen kleiner dan € 15.000. Het verdrag pakt niet voor deze groep niet (te) onredelijk uit.
Bron: Ministerie van Financiën, 29 maart 2023
Auteur: Thomas Dillmann, LL.M., Rechtsanwalt, Fachanwalt Internationales Wirtschaftsrecht, Bau- und Architektenrecht, Notar (Amtssitz Rheine) (dillmann@alpmann-froehlich.de)
Het Bundesarbeitsgericht (hoogste rechter in arbeidszaken in Duitsland) heeft in zijn uitspraak van 16 februari 2023 verduidelijkt dat mannen en vrouwen ook dan recht op gelijke beloning hebben, wanneer de mannelijke collega beter over zijn salaris heeft onderhandeld. Dit mag volgens de rechter geen reden zijn om af te wijken van het beginsel van gelijke beloning.
T woont in Duitsland en werkt voor een Nederlandse werkgever en maakt gebruik van de 30%-regeling. De 30%-vergoeding is in Duitsland niet vrijgesteld. Nederlands loon is alleen vrijgesteld in zoverre het loon in Nederland belast is.
Bron: Finanzgericht Düsseldorf, 25 oktober 2022, 13-K 2867/20 E
Als een CAO-afspraak voorziet in een brutoloon-afspraak, kan de werkgever de brutoloon-afspraak niet beperken door te bruteren op basis van de in het land van uitzending betaalde belasting. De detacheringsvergoedingen compenseert het nadeel niet.
Bron: Bundesarbeitsgericht, 7 september 2022, ECLI:DE:BAG:2022:070922.U.5AZR128.22.0
Het pensioenartikel in het belastingverdrag Duitsland - Nederland kent een bronlandheffing als het totaal van de uitkeringen groter is dan 15.000. Aftrekbare zorgkosten en giften zijn voor beoordeling van de 15.000-grens niet relevant.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20 januari 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:342
Auteur: Gisela Surmann, Rechtsanwältin, Fachanwältin für Arbeitsrecht, Strick- Rechtsanwälte & Steuerberater (giselasurmann@strick.de)
Het Bundesarbeitsgericht, de hoogste Duits arbeidsrechtelijke instantie, heeft uitspraak gedaan in een zaak van een piloot die eerst was gestationeerd op het vliegveld van Nürnberg en werd overgeplaatst naar Bologna. De piloot meende dat zijn overplaatsing nietig was en dat een overplaatsing naar het buitenland niet onder het instructierecht van de werkgever zou vallen. Een dergelijke overplaatsing zou op zijn minst onbillijk zijn. Het Bundesarbeitsgericht bleek het hiermee niet eens.
Auteur: Bastiaan Didden, werkzaam bij de Belastingdienst, kantoor Buitenland en tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
Op 1 januari 2023 is het wijzigingsprotocol van het belastingverdrag Nederland-Duitsland in werking getreden.(1) Het protocol behelst een drietal wijzigingen.(2) Een van de wijzigingen, artikel IV van het wijzigingsprotocol, ziet op de pensioenbepaling (artikel 17). Meer concreet heeft deze herziening betrekking op het heffingsrecht ter zake van bepaalde socialezekerheidsuitkeringen. Ten aanzien van deze uitkeringen komt het heffingsrecht nu toe aan het bronland. Aan de hand van een vergelijking tussen de situatie van vóór en na 1 januari 2023 zal deze specifieke wijziging in voorliggende bijdrage vanuit Nederlands oogpunt worden beschreven. Daarbij is vanzelfsprekend allereerst oog voor de achtergrond van deze herziening en de uitwerking in de praktijk, onder meer de vraag wat wordt verstaan onder ‘bepaalde’ socialezekerheidsuitkeringen?
Auteur: Katharina Neuroth LL.M., Rechtsanwältin & Fachanwältin für Arbeitsrecht, ALPMANN FRÖHLICH Rechtsanwaltsgesellschaft mbH
Werkgevers hebben het moeilijk. Zij moeten zich niet alleen houden aan de voorschriften die hen zelf direct aangaan, maar ze moeten ook de taken en verplichtingen nakomen die door de wet en door verordeningen worden opgelegd. Uitspraken jegens derden hebben ook effect: als een werkgever ze niet naleeft, is hij in conflict met het rechtssysteem. De veelbesproken uitspraak van het Bundesarbeitsgericht over de verplichting om een systeem op te zetten waarmee de dagelijkse arbeidstijd wordt geregistreerd, heeft juist dit effect.
In verband met de stijgende energieprijzen kent Duitsland een tegemoetkoming (Energiepauschale) voor inwoners van Duitsland met bepaalde Duitse Renten. Ook inwoners van Duitsland met een buitenlandse vergelijkbare uitkering hebben recht op de Energiepauschale.
Bron: Deutsche Rentenversicherung