Een inwoner van België ontvangt een Nederlands en een Duits pensioen. Het Nederlandse pensioen is een overheidspensioen. Nederland heeft dan het heffingsrecht. Het Duitse pensioen is opgebouwd voor 31 december 2003 en is tijdens de opbouw in het individueel voordeel opgebouwd. België heeft dan geen heffingsrecht.
Bron: Hof van Beroep Antwerpen, 6 februari 2018
De Belastingdienst informeert intermediairs over wat moet worden vastgelegd om te voldoen aan de per 1 januari 2020 in te voeren meldplicht grensoverschrijdende constructies. De aan te leveren informatie gaat terug tot adviezen sinds 25 juni 2018.
Bron: Nieuwsbrief Forum Fiscaal Dienstverleners, 18 juli 2018
In onderdeel 1 van de nieuwsbrief wordt toegelicht dat per 1 januari 2019 niet-inwoners van Nederland geen recht meer hebben op het belastingdeel van de heffingskorting. De vaststelling van het woonland van de werknemer door de werkgever wordt daarmee belangrijker. Deze wijziging leidt ook tot een toename van het aantal loonbelastingtabellen. Verder zal het niet goed opnemen van het buitenlandse adres, bijv. het tijdelijke Nederlandse adres, van een buitenlandse werknemer leiden tot toepassing van het anoniementarief.
Bron: Belastingdienst, nieuwsbrief loonheffingen 2019, uitgave 1
Als van een pensioen, opgebouwd voor 14 september 1999, de premie (deels) niet gefaciliteerd is geweest, zijn de uitkeringen pas belast als de uitkeringen het bedrag van de niet aftrekbare premies overschrijden (saldomethode). De saldomethode moet vanaf de ingangsdatum van het pensioen worden toegepast.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 3 mei 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:1970
Het Nederlandse pensioen van een inwoner van Portugal is aldaar belast tegen 15%. Nederland mag het pensioen echter niet belasten, omdat belanghebbende reguliere inwoner is van Portugal (geen non-habitual resident), maar ook omdat de pensioenpremies in Nederland niet tot het loon behoorden, dan wel aftrekbaar waren.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 25 mei 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:2263
In een brief aan de Tweede Kamer wordt uitgebreid beschreven hoe de parallelimport van auto’s de Nederlandse BPM-heffing drukt. Dat de parallelimport interessant is, blijkt uit het aantal auto’s dat op deze wijze geïmporteerd wordt. Het aantal is de laatste 10 jaar verdubbeld en bedroeg in 2017 meer dan 250.000.
Bron: Ministerie van Financiën, 5 juli 2018
Het Ministerie van Financiën heeft het halfjaarlijkse verdragenoverzicht gepubliceerd. In het eerste half jaar van 2018 zijn ondertekend, maar nog niet in werking getreden, het verdrag met Algerije en de protocollen met Denemarken en Oekraïne. Het verdrag met Zambia is op 31 maart 2018 in werking getreden.
Bron: Ministerie van Financiën, 1 juli 2018
Uitgaven voor een Duits jachtslot zijn geen uitgaven voor een monumentenpand volgens de Wet IB, omdat het Duitse jachtslot geen element vormt van het Nederlands cultuurhistorisch erfgoed. Belanghebbende maakt niet aannemelijk als het slot in Nederland gelegen had, sprake zou zijn van een monument.
Bron: Rechtbank Gelderland, 14 juni 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:2622
Auteur: Rachèl van Dijk, werkzaam als Senior Consultant Tax verbonden aan Ernst & Young Belastingadviseurs LLP te Eindhoven, sectie People Advisory Services (rachel.van.dijk@nl.ey.com)
In mei 2016 publiceerde de Algemene Rekenkamer een kritisch rapport over de 30%-regeling. Dit heeft geleid tot een onderzoek door een extern bureau (Dialogic). Hun evaluatierapport verscheen op 1 juni 2017. Het kabinet stemt in met het voorstel van Dialogic om de looptijd van de 30%-regeling per 1 januari 2019 te verkorten van acht naar vijf jaar. Het verkorten van de looptijd zal ook voor bestaande gevallen gelden. Deze maatregel zal worden meegenomen in de belastingplannen voor 2019. Er is nog niet voorzien in overgangsrecht. In dit artikel wordt ingegaan op de gevolgen van deze wijziging.
Auteur: Marian Manders-Van de Vinne, werkzaam bij Boxx global expat solutions (Marian@boxx-expat.com)
Het uitgangspunt bij belastingplicht en sociale zekerheid is dat een werknemer belastingplichtig en sociaal verzekerd is in het land waar de werkzaamheden worden uitgevoerd. Wanneer de werkzaamheden slechts in één land worden uitgevoerd zal dit niet snel tot complicaties leiden. Het arbeidsinkomen wordt belast in het land waar de werkzaamheden worden uitgevoerd en de werknemer valt onder het sociale zekerheidsstelsel van het desbetreffende land. Speciale aandacht verdienen echter de werknemers die in twee of meer landen werkzaam zijn voor dezelfde werkgever.