De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft een memo gepubliceerd over de 30%-regeling in internationaal perspectief. Meerdere Europese landen hebben expat-regeling vergelijkbaar met de 30%-regeling. Nederland bevindt zich in de middenpositie. De meest ruimhartige regelingen kennen Frankrijk, Italië en Spanje.
Bron: NOB, 8 november 2018
Het memo van de NOB vindt u hier.
Staatssecretaris Snel bevestigt nog eens dat de 30%-vergoeding in lijn is met de werkelijke extraterritoriale kosten van een expat. Snel overweegt geen aftopping van de 30%-regeling. Ook gaat Snel in op de brief van de SVB, waarin de SVB aangeeft dat niet-inwoners geen (volledig) recht meer hebben het belastingdeel van de algemene heffingskorting in de loonbelasting vanaf 1 januari 2019.
Bron: Ministerie van Financiën, 8 november 2018
Twee directors van een Engels Limited wonen in Nederland. De limited is in Nederland gevestigd, want de leidinggevende werkzaamheden worden vanuit Nederland verricht. De limited is dan inhoudingsplichtige in Nederland. Het loon is belast in Nederland, met toepassing van de 30%-regeling. De kostenvergoeding voor housing en living allowances zijn dan als loon aan te merken.
Bron: Rechtbank Den Haag, 11 september 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:12021
Auteur: Mr K.A. van Heerewaarden, Tax manager Belgium Desk bij Van Oers International te Breda (k.vheerewaarden@vanoers.nl)
De grote verrassing bij het belastingplan 2019 was het voorstel om leningen die de grootaandeelhouder heeft bij zijn eigen vennootschap te beperken tot € 500.000. Indien de lening meer bedraagt, wordt het meerdere in de toekomst belast. Hoewel er nog geen concrete wetteksten beschikbaar zijn, doemt nu al de vraag op of de buitenlandse directeur grootaandeelhouder hier feitelijk wel voor te vrezen heeft.
Auteur: mr. Dennis Reins, partner bij TTT-Group te Amsterdam (dennis.reins@ttt-group.com)
De afgelopen jaren zijn er diverse uitspraken geweest inzake de conserverende aanslag terzake van pensioen- en lijfrenteaanspraken waardoor de jurisprudentie al redelijk is uitgekristalliseerd in de tussentijd. Zo was er onlangs weer een uitspraak, deze keer van Rechtbank Zeeland-West-Brabant(1) over een Nederlandse belastingplichtige die naar de Filippijnen was geëmigreerd in 2013. Aldus na 15 juli 2009, wat geldt als een belangrijke datum vanwege op 19 juni 2009 gewezen arresten van de Hoge Raad over de rechtsgeldigheid van conserverende aanslagen voor pensioenen en lijfrenten onder belastingverdragen. In dit artikel behandel ik deze uitspraak en zal tegelijkertijd dieper ingaan op eerder gewezen relevante jurisprudentie, vooral ten aanzien van pensioen.
Auteurs: Anne Aarts LLM en Nancy Slegers, respectievelijk loonheffingenspecialist adviesgroep Loon- & Premieheffing bij BDO Accountants & Belastingadviseurs in Breda (Anne.Aarts@bdo.nl) en Senior Manager bij BDO Belastingconsulenten in Antwerpen (Nancy.Slegers@bdo.be)
De grensstreek tussen Nederland en België is behoorlijk lang. Door de jaren heen hebben dan ook heel wat bedrijven in Nederland en België zich op de markt aan de andere kant van de grens begeven en zijn er heel wat grensoverschrijdende groepsstructuren ontstaan. In de praktijk zien we dat als gevolg hiervan werknemers ook regelmatig hun werkzaamheden voor korte of langere periodes aan de andere kant van de grens verrichten. Bij detachering of gelijktijdige tewerkstelling zal de werknemer in de praktijk meestal verder onderworpen kunnen blijven aan de sociale zekerheidswetgeving van het land waar hij normaal tewerkgesteld wordt. Op het vlak van de belastingheffing is het in de praktijk niet altijd eenvoudig om te voorkomen dat de belastingheffing naar het werkland verschuift. De 183-dagenregeling, en een juiste telling van verblijfsdagen, speelt daarin een belangrijke rol.
Diverse kamervragen zijn beantwoord over het overgangsrecht 30%-regeling. Verduidelijkt wordt welke groepen 30%-ers voordeel hebben van het overgangsrecht. Verder wordt aangegeven dat het overgangsrecht ook geldt voor de vergoeding van de werkelijke extraterritoriale kosten.
Bron: Nota n.a.v. het verslag BP 2019, 2 november 2018
Een inwoner van Nederland ontvangt in 2014 een overheidpensioen uit het Verenigd Koninkrijk van 9.998 euro. Het belastingverdrag uit 2008 wijst het heffingsrecht toe aan Nederland. Een beroep op de overgangsregeling baat niet, omdat de eerste betaling heeft plaatsgevonden na de inwerkingtreding van het verdrag, ook al zag deze eerste betaling mede op een periode voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding.
Bron: Gerechtshof Amsterdam, 9 oktober 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3916
Belanghebbende voetbalde enkele maanden, gedurende één voetbalseizoen, in India. Hij verbleef aaneensluitend in een hotel in India. Zijn gezin woonde in Nederland. Hof Amsterdam is van mening dat hij inwoner van Nederland is gebleven. Zijn loon is belast in Nederland.
Bron: Gerechtshof Amsterdam, 9 oktober 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3917
Een inwoner van Nederland ontvangt dividend uit een in de VS gevestigde ‘irrevocable non-descretionary trust’. Er wordt geen dividendbelasting ingehouden. De vraag is of desondanks 15% dividendbelasting verrekend kan worden. Hoewel de verdragstekst onduidelijk is, vindt de rechtbank dat alleen daadwerkelijk geheven bronbelasting kan worden verrekend.
Bron: Rechtbank Noord-Holland, 17 oktober 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:9189