W maakt gebruik van de 30%-regeling en heeft een lucratief belang. W maakt gebruik van de partiële buitenlandse belastingplicht en kiest er voor om de voordelen uit het lucratief belang niet als ROW te laten belasten, maar (onbelast) in box 2 te genieten.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 5 januari 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:60
P ontvangt dividenden uit Zwitserland en Italië. Op grond van de belastingverdragen met beide landen mag P maximaal 15% bronheffing verrekenen. Het maakt daarbij niet uit dat de feitelijke bronheffing hoger is.
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14 november 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:9660
Aan Y is een aangiftebiljet uitgereikt voor niet-inwoners. Y levert een biljet in voor inwoners. Na contact tussen Y en de inspecteur heeft Y geen ander biljet ingediend. De opgelegde ambtshalve aanslag en de verzuimboete zijn juist.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23 januari 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:330
Een inwoner van Indonesië claimt ten onrechte in de Nederlandse aangifte heffingskortingen en aftrek zorgkosten. Hij is geen kwalificerende buitenlands belastingplichtige, omdat hij niet woont binnen de landenkring (EU/EER/Zwitserland/BES).
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 20 september 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:3024
De premies voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering betaalt aan een in Guernsey gevestigde verzekeraar zijn niet aftrekbaar. De verzeker is geen toegelaten verzekeraar in de zin van de Wet IB (art. 3.126).
Bron: Rechtbank Noord-Nederland, 27 juli 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3492
Voor de bepaling van het premiedeel van de diverse inkomensafhankelijke heffingskortingen van niet-inwoners, moet uitgegaan worden van het Nederlandse inkomen (hfdst. 7 Wet IB), tenzij een speciale bepaling anders bepaalt.
Bron: A-G Koopman, 19 januari 2024, ECLI:NL:PHR:2024:79
De C-aangifte voor buitenlandse belastingplichtigen en de M-aangifte voor migranten moeten twee maanden eerder binnen zijn dan eerdere jaren. De aangiften moeten vóór 1 mei 2024 binnen zijn en niet zoals eerdere jaren vóór 1 juli.
Bron: WoltersKluwer, Taxlive, 19 januari 2024
Auteurs: Aldijana Dedic en Setenay Gölpunar, werkzaam bij EY in Rotterdam (aldijana.dedic@nl.ey.com) en (setenay.golpunar@nl.ey.com)
Om gebruik te mogen maken van zowel de kennismigrantenregeling als de 30%-regeling, dient te worden voldaan aan specifieke criteria, waaronder een salarisnorm. Met ingang van 1 januari 2024 is de salarisnorm voor de kennismigrantenregeling gewijzigd. Daarnaast vinden er significante wijzigingen plaats aan de 30%-regeling. In dit artikel informeren wij jullie over de wijzigingen en aandachtspunten inzake beide regelingen voor 2024.
Auteur: Carlo Douven, werkzaam bij de Belastingdienst/CD-Vaktechniek en free-lance docent. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
In de Staatscourant van 21 en 22 december zijn twee geactualiseerde besluiten gepubliceerd over de toepassing van belastingverdragen. De besluiten zien op het artikel voor niet zelfstandige arbeid (art. 15, tweede lid, onderdeel b, OESO-modelverdrag). Eén besluit ziet op de uitleg van het begrip werkgever en het andere besluit op ontslagvergoedingen in internationale situaties. Ik zal de besluiten bespreken, maar ik begin met het arrest van de Hoge Raad dat aanleiding was om de besluiten te actualiseren. Dit arrest is sinds 14 oktober 2022 verplichte kost voor iedereen die met belastingverdragen werkt.
Auteur: Ger Essers, de auteur adviseerde grenswerkers Nederland-België-Duitsland en was secretaris van Stichting Geen Grens en o.a. lid van het EU Raadgevend Comité voor migrerende werknemers en de Nederlandse Commissies Grensarbeiders I en II
Burgers die over de grens gaan wonen, werken, studeren of ondernemen, merken al snel dat verschillen in de sociale en fiscale stelsels van Nederland en de beide buurlanden groot zijn. Veranderingen in de nationale wet- en regelgeving vinden meestal plaats zonder voorafgaande grenseffectrapportage. Ook is er steeds meer sprake van atypische gezins- en arbeidssituaties. Er ontstaan steeds nieuwe gaten en hiaten. Omdat de meeste burgers de regelgeving niet kennen, zijn ze regelmatig in het verkeerde land sociaal verzekerd en/of dragen ze in het verkeerde land loonbelasting af. Naast de onbekendheid met de regels, vormen administratieve lastendruk, grensoverschrijdende bureaucratie en het verschil in taal en bestuurscultuur een probleem. In deze bijdrage wordt ingegaan op de uitvoering van de grensoverschrijdende fiscaliteit en sociale zekerheid in Nederland. Na beschrijving van de feitelijke situatie, doet de auteur een aantal aanbevelingen om de uitvoering van de sociale zekerheid en fiscaliteit cliëntvriendelijker, doelmatiger en efficiënter te maken. Ook doet hij drie aanbevelingen ter vereenvoudiging van de wet- en regelgeving.