Z is lid van het managementteam van het buitenlandse bedrijf X in land B. Vanwege Covid werkt ze thuis in Nederland. Na covid wil Z zich vestigen B, waar ze ook gaat werken. De Nederlandse woning staat X niet ter beschikking. Er is geen vaste inrichting in Nederland.
Bron: Belastingdienst, tax ruling, 15 juni 2021