Lopende EU-wetgevingsdossiers SZW

Het Ministerie van SZW informeert over lopende EU-wetgevingsdossiers. Onder meer wordt duidelijk dat diverse voorgestelde aanpassingen in de VO 883/2004 inzake werkloosheid, toepasselijke wetgeving, detachering, A1-verklaringen veel weerstand ontmoeten. De richtlijn voor transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden zal binnenkort bij het Europees parlement worden behandeld. Bron: Ministerie van SZW, 5 november 2011 De volledige kwartaalrapportage vindt u hieronder. Kwartaalrapportage lopende EU-wetgevingsdossiers op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Via deze kwartaalrapportage wordt u ook, conform de vastgestelde afspraken1 ge&iuml;nformeerd over de onderhandelingen over de herziening van de co&ouml;rdinatie verordening 883/2004 Sociale Zekerheid, de onderhandelingen over de richtlijn evenwicht tussen werk en priv&eacute;leven en de onderhandelingen over de verordening Europese Arbeidsautoriteit. 1 Kamerstuk 34655 nr. 2, 13 februari 2017, Kamerstuk 2017D14459, 24 mei 2017, Kamerstuk 34924 nr. 5, 17 mei 2018. Richtlijn Transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden Tijdens de EPSCO Raad van 21 juni jl. is een algemene ori&euml;ntatie over dit richtlijnvoorstel aangenomen. Nederland heeft ingestemd met het voorstel. Duitsland, Oostenrijk en Belgi&euml; onthielden zich van stemming. Het richtlijnvoorstel leidt ertoe dat de informatie die de werkgever aan werknemers moet verstrekken over hun rechtspositie en arbeidsvoorwaarden wordt uitgebreid. De informatietermijn, die nu twee maanden bedraagt, wordt verkort: de kerninformatie moet binnen &eacute;&eacute;n week worden verstrekt, de rest binnen &eacute;&eacute;n maand. Daarnaast krijgen werknemers een aantal inhoudelijke minimumrechten, zoals een maximale proeftijdduur, het recht op een minimale voorspelbaarheid van hun werkrooster en op het combineren van meerdere banen en recht op gratis opleidingen wanneer die volgens wetgeving en/of cao verplicht zijn. Bij cao kan van de bepalingen over inhoudelijke minimumrechten worden afgeweken, mits het algemene beschermingsniveau niet verlaagd wordt. Eerder bevatte het richtlijnvoorstel een definitie van &lsquo;de werknemer&rsquo;, gebaseerd op Europese jurisprudentie en een daaraan ontleende werkgeversdefinitie. Omdat veel lidstaten hier tegenstander van waren zijn de definities geschrapt en wordt nu alleen in een overweging verwezen naar de Europese jurisprudentie, waaraan de lidstaten zich nu ook al moeten houden. Het richtlijnvoorstel transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden is nu een nieuwe fase ingegaan. Rapporteur Enrique Calvet Chambon (ALDE) heeft een conceptrapport geformuleerd. Ook zijn er veel amendementen ingediend door diverse EP-leden. De EP-Commissie EMPL heeft op 18 oktober jl. het definitieve mandaat bepaald waarmee zij de triloogfase ingaat. In de trilogen tussen voorzitterschap, EP en de Commissie wordt onderhandeld over de uiteindelijke tekst. Carcinogenenrichtlijn, tweede en derde batch met grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen Het doel van de wijzigingsvoorstellen is tweeledig. In de eerste plaats beogen de voorstellen de bescherming van de gezondheid van werknemers te verbeteren door de blootstelling aan carcinogene stoffen op de werkplek te verminderen. In de tweede plaats geven de voorstellen meer duidelijkheid aan werkgevers en werknemers en dragen zij bij aan een gelijker Europees speelveld. Nederland is groot voorstander van de uitbreiding van het aantal stoffen met grenswaarden in de richtlijn. Na de instemming door de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal beleid met de algemene ori&euml;ntatie voor de tweede batch op 15 juni 2017, zijn de trilogen tussen Raad, Europees Parlement en Europese Commissie gestart. Op 11 oktober jl. is er een voorlopig akkoord in de triloog bereikt over de tweede batch. Daarin is ook een grenswaarde voor dieselmotoremissies (&ldquo;diesel&rdquo;) afgesproken. Nederland is groot voorstander van de opname van een grenswaarde voor diesel. Dit voorlopig akkoord zal naar alle waarschijnlijkheid op de agenda van de Raad van 6 december aanstaande staan. Over het voorstel inzake de derde batch (BNC fiche 22112, nr. 2560) is op 24 oktober jl. in Coreper een mandaat voor de triloogfase vastgesteld. Wanneer er in de triloogfase een voorlopig akkoord bereikt wordt tussen Raad, Europees Parlement en Europese Commissie, zal dit voorlopig akkoord op de agenda van de eerstvolgende Raad staan. Verordening voor het Europees Globaliseringsfonds De Europese Commissie heeft eind mei 2018 een voorstel uitgebracht voor het Europees Globaliseringsfonds (EGF) voor na 2021. Hoewel het EGF buiten de plafonds van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) staat, moet dit voorstel wel worden bezien in de context van de onderhandelingen over een nieuw MFK. Voor de periode na 2021 stelt de Europese Commissie voor de doelstelling van het EGF te verbreden naar het verlenen van steun wanneer een herstructurering een zeer grote impact heeft. Tegelijkertijd stelt de Europese Commissie voor om de minimumdrempel voor aanvragen te verlagen van 500 ontslagen werknemers naar 250 ontslagen werknemers. Nederland is kritisch ten aanzien van de verbreding van de doelstelling en het verlagen van de minimumdrempel. Momenteel wordt het voorstel besproken in de Raadswerkgroep Sociale Vraagstukken. Over het algemeen kan worden gesteld dat het merendeel van de lidstaten positief is over de voorgestelde wijzigingen in het EGF. De lidstaten die, net als Nederland, kritisch zijn lijken op dit moment in de minderheid te zijn. Verordening voor het Europees Sociaal Fonds plus De Europese Commissie heeft eind mei 2018 een voorstel uitgebracht voor een Europees Sociaal Fonds plus (ESF+). Dit voorstel moet worden bezien in de context van de onderhandelingen over een nieuw MFK. In het ESF+ worden de volgende fondsen en programma&rsquo;s samengevoegd: &ndash; Het Europees Sociaal Fonds (ESF); &ndash; Het jeugdwerkgelegenheidsinitiatief (YEI); &ndash; Het fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD); &ndash; Het programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI); &ndash; Het actieprogramma van de Unie op het gebied van gezondheid (het EU-gezondheidsprogramma). De overkoepelende beleidsdoelstelling van het ESF+ is bij te dragen tot een beter presterend en veerkrachtig sociaal Europa. Naast deze overkoepelende beleidsdoelstelling kent het ESF+ elf specifieke doelstellingen. Over het algemeen is het kabinet gematigd positief ten aanzien van de voorgestelde verordening. Momenteel wordt de ESF+ verordening besproken in de Raadswerkgroep Structurele Maatregelen. Er zijn nog slechts enkele besprekingen geweest, een schets van het krachtenveld is daarom nog niet te geven. Verordening 883/2004 co&ouml;rdinatie sociale zekerheid De EPSCO Raad van 21 juni jl. is een algemene ori&euml;ntatie over de herziening van Verordening 883/2004 overeengekomen. In de laatste fase van de onderhandelingen is het niet gelukt om de door Nederland gewenste aanpassingen tot stand te brengen in het hoofdstuk werkloosheid. De wachtperiode voordat buitenlandse tijdvakken van verzekering worden samengeteld bij de opening van het recht op uitkering is niet verlengd en is &eacute;&eacute;n maand gebleven conform de tekst van het voorzitterschap. De overgang van het woonland- naar het werklandbeginsel van mensen die in de ene lidstaat wonen en in een andere lidstaat werken geschiedt reeds na drie maanden. Wel is de basis-exporttermijn gehandhaafd op drie maanden. De lidstaten behouden daarbij de bevoegdheid om deze termijn al dan niet te verlengen. Tot slot is het niet gelukt om een evaluatieclausule over indexatie van gezinsbijslagen in de Verordening op te nemen. Hoewel de herziening op het gebied van toepasselijke wetgeving, detachering en A1 verklaringen en systematische gegevensuitwisseling verbeteringen bevat, is mijn eindoordeel over de totale herziening negatief. Dat is dan ook de reden waarom Nederland tegen de algemene ori&euml;ntatie heeft gestemd. Ook Oostenrijk, Duitsland, Malta en Denemarken stemden tegen. Belgi&euml;, Luxemburg en Cyprus onthielden zich van stemming. Nederland heeft tijdens de EPSCO Raad samen met Belgi&euml;, Denemarken, Duitsland, Cyprus, Luxemburg en Malta een gezamenlijke verklaring uitgebracht waarin de bezwaren tegen de herziening van het werkloosheidshoofdstuk zijn verwoord. Deze verklaring is van belang omdat daarmee ook voor het Europees Parlement duidelijk is waar onze bezwaren liggen. Tevens heeft Nederland samen met Denemarken, Duitsland, Oostenrijk en Ierland een brief over het belang van indexatie van gezinsbijslagen gezonden aan het voorzitterschap, de Europese Commissie en aan alle lidstaten. De herziening van de Verordening is nu een nieuwe fase ingegaan. Het Europees Parlement (EP) moet haar eigen reactie geven op het voorstel van de Commissie. In het EP zijn de onderhandelingen tussen de politieke groepen nog gaande. De EP-commissie EMPL gaat naar verwachting eind november stemmen over het mandaat waarmee zij de triloogfase ingaat. Een aantal van de door het EP ingediende amendementen, waarover dus nog gestemd moet worden, zouden leiden tot een verdere verslechtering van het werkloosheidshoofdstuk vanuit Nederlands perspectief. Zo wordt de invoering van een keuzerecht overwogen voor werknemers die in het ene land wonen en in het andere land werken. Daarnaast wordt een verlenging van de exporttermijn van drie naar zes maanden voorgesteld en overweegt men het schrappen van de wachttijd voor het samentellen van tijdvakken. Als ook het EP haar standpunt heeft bepaald, starten de trilogen tussen voorzitterschap, EP en de Commissie, waarin onderhandeld wordt over de uiteindelijke tekst. Mijn inzet zal ook tijdens deze nieuwe fase erop gericht zijn de door Nederland onwenselijk geachte aanpassingen van de verordening tegen te gaan. Richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en priv&eacute;leven voor ouders en mantelzorgers (werk-priv&eacute;balans) De Richtlijn Werk-priv&eacute;balans heeft als doel een beter evenwicht tussen werk en priv&eacute;leven mogelijk te maken voor vrouwen en mannen met zorgtaken en te zorgen dat vrouwen en mannen in gelijke mate gebruik maken van verlof om gezinsredenen, actievere participatie van mannen in mantelzorg en een verzoekrecht van werknemers om flexibele werkregelingen. Het geheel aan maatregelen zou aldus de Europese Commissie bijdragen aan het verhogen van de arbeidsparticipatie van vrouwen, het verhogen van de zorgparticipatie van mannen en de reductie van verschillen tussen vrouwen en mannen in beloning en pensioenen. Op de EPSCO Raad in juni 2018 hebben de ministers de algemene ori&euml;ntatie vastgesteld. Nederland en Denemarken stemden tegen de algemene ori&euml;ntatie, Hongarije en Polen onthielden zich van stemming. Samen met enkele resterende gelijkgestemde lidstaten heeft Nederland niet kunnen voorkomen dat de algemene ori&euml;ntatie enige vorm van verplichte betaling voor de verschillende verlofvormen bevat. De algemene ori&euml;ntatie stelt het volgende verlofstelsel voor: - 10 dagen vaderschapsverlof met betaling &lsquo;op een adequaat niveau&rsquo;, in te vullen door lidstaten; - 4 maanden ouderschapsverlof waarvan 2 maanden niet overdraagbaar. Betaling tijdens anderhalve maand van het niet-overdraagbare deel &lsquo;op een adequaat niveau&rsquo;, in te vullen door lidstaten; - zorgverlof, door de lidstaten verder in te vullen. - flexibele werkregelingen: introductie van het recht van werknemers om dat bij hun werkgever aan te vragen. In oktober zijn de onderhandelingen tussen de Commissie, de Raad en het Europees Parlement (triloog) gestart. De standpunten van het Europees Parlement zijn: - 10 dagen vaderschapsverlof met betaling 80% van het brutoloon; - 4 maanden ouderschapsverlof (niet overdraagbaar) met betaling van 78% het brutoloon; - 5 dagen zorgverlof met betaling van 78% het brutoloon. De standpunten van de Raad en het Europees Parlement liggen dus ver uiteen. De meeste lidstaten vinden de voorstellen van het Europees Parlement te ver gaan, zij willen zoveel mogelijk bij de algemene ori&euml;ntatie blijven. Verordening Europese Arbeidsautoriteit De Europese Commissie heeft op 14 maart 2018 een voorstel tot oprichting van een Europese Arbeidsautoriteit uitgebracht. De ELA beoogt een samenwerkingsverband te zijn van de lidstaten, waarin de handhavende activiteiten van de nationale (arbeids)inspecties worden gefaciliteerd. De Autoriteit krijgt een centrale positie op het brede terrein van de Europese arbeidsmarkt en sociale politiek, specifiek gericht op grensoverschrijdende aspecten zoals vrij verkeer en detachering van werknemers en mobiele dienstverlening. Nederland staat positief ten aanzien van dit initiatief, aangezien het aansluit bij de inzet van het kabinet in het Regeerakkoord, waarin het belang van goede internationale afspraken over handhaving wordt benadrukt. Het voorstel wordt besproken in de Raadswerkgroep Sociale Vraagstukken. De bespreking bevinden zich in de fase waarin toegewerkt wordt naar een compromis tussen alle lidstaten. In den brede kan gesteld worden dat alle lidstaten de onderliggende uitgangspunten van het voorstel ondersteunen. Nu moet een compromis gevonden worden over een klein aantal zaken. Het Europees Parlement behandelt het voorstel in de Employment-commission (EMPL). De Nederlander Jeroen Lenaers (EVP) is rapporteur. In november zal gestemd worden over het mandaat waarmee het Europees Parlement de triloogfase ingaat, waarbij gekeken is naar de 872 ingediende amendementen. Toegankelijkheidsakte en Richtlijn discriminatie buiten arbeid Naast bovengenoemde wetgevingsvoorstellen worden momenteel ook het voorstel voor een Europese richtlijn betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de toegankelijkheidseisen voor producten en diensten (Toegankelijkheidsakte) en het voorstel voor een richtlijn betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid (Richtlijn discriminatie buiten arbeid) in de Raad WSB besproken. Respectievelijk het ministerie van Volksgezonheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Binnenlandse Zaken informeren in hun kwartaalrapportages de Tweede Kamer over de stand van zaken van deze voorstellen

Menu

Lopende EU-wetgevingsdossiers SZW

Nieuws