België repareert arrest AOW met ingang van 1 januari 2017

De Belgische wetgever stelt voor de arresten van het Belgische Hof van Cassatie inzake de Nederlandse AOW te corrigeren. Alle pensioenen die onderdeel zijn van een wettelijke sociale beschermingsregeling worden volledig belastbaar met ingang van 1 januari 2017. Bron: dekamer.be, wetsontwerp houdende diverse fiscale bepalingen III, 29 november 2017 Het Belgische wetsvoorstel moet er toe leiden dat de niet-Belgische sociale zekerheidsuitkeringen voor inwoners van Belgi&euml; weer integraal belast zijn in Belgi&euml;. Dat was nodig omdat het Belgische Hof van Cassatie had beslist dat de Nederlandse AOW niet belast is in Belgi&euml; voor zover deze geen verband hield met verrichte werkzaamheden. Omdat de AOW en AnW nu weer volledig belast zijn in Belgi&euml; heeft dat gevolgen voor de toepassing van het belastingverdrag met Belgi&euml; (art. 18, par. 2). Nu Belgi&euml; de uitkeringen weer volledig belast met ingang van 1 januari 2017, is de uitzondering van par. 2 op de hoofdregel niet meer van toepassing. Dus Nederland kan dan via de toepassing van par. 2 niet meer heffen over de Nederlandse AOW en AnW. Ook telt de AOW daarmee niet meer mee bij de vraag of de in art. 18, par. 2 genoemde grens van 25.000 euro bereikt wordt, hetgeen van belang kan zijn als de inwoner van Belgi&euml; andere uitkeringen ontvangt uit Nederland, zoals lijfrenten. -------- Het volledige wetsvoorstel vindt u hier. Hieronder zijn de relevante passages over de belastbaarheid van de AOW, AnW en andere sociale zekerheidsuitkeringen opgenomen. SAMENVATTING 3 &ndash;Pensioenen AOW-uitkeringen (wettelijke pensioenen van Nederland) Er wordt voorgesteld om de omschrijving van de inkomsten die als pensioen belastbaar zijn in de inkomstenbelastingen uit te breiden zodat Belgi&euml; zijn heffingsbevoegdheid over Nederlandse AOWuitkeringen in alle gevallen kan uitoefenen. MEMORIE VAN TOELICHTING Art. 8 Het Belgische stelsel van sociale zekerheid behoort tot het zogenaamde Bismarckiaanse type: het zijn in hoofdzaak sociale verzekeringen die georganiseerd zijn per beroepscategorie, aansluitend bij de arbeidssituatie. De wettelijke pensioenen voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren zijn hier een voorbeeld van. Dit heeft ook zijn weerslag in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92), waar pensioenen als &ldquo;beroepsinkomsten&rdquo; worden aangemerkt en de wettelijke pensioenen worden omschreven als &ldquo;pensioenen en lijfrenten of tijdelijke renten, alsmede als zodanig geldende toelagen, die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op een beroepswerkzaamheid&rdquo; (artikel 34, &sect; 1, 1&deg;, WIB 92). In andere landen behoort het stelsel van sociale zekerheid eerder tot het Beveridgeaanse type en gaat het om volksverzekeringen. De Nederlandse wettelijke pensioenen die worden uitgekeerd op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW), zijn hier een voorbeeld van. Elke inwoner van Nederland is vanaf de leeftijd van 15 jaar en 9 maanden1 tot aan de pensioenleeftijd verplicht verzekerd en bouwt rechten op, ongeacht of hij al dan niet een beroepsactiviteit uitoefent of premies betaalt en ongeacht zijn nationaliteit. Het stelsel wordt wel in hoofdzaak gefinancierd op basis van premies volksverzekeringen die worden berekend op het inkomen uit wonen en werk van de verzekerde. Ook personen die niet in Nederland wonen, maar er wel werken zijn in beginsel verzekerd. De AOW-uitkering kan ook worden uitbetaald aan personen die buiten Nederland verblijven. Het verdrag tot vermijden van dubbele belasting dat Belgi&euml; met Nederland heeft gesloten, wijst de heffingsbevoegdheid voor het AOW-pensioen toe aan Belgi&euml; (artikel 18, eerste lid, b, van het verdrag). De administratie heeft steeds gesteld dat uitkeringen in het kader van de AOW rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de beroepswerkzaamheid en derhalve in Belgi&euml; aan de personenbelasting kunnen onderworpen worden (zie o.m. de circulaire Ci.RH.243/318/673 van 29 oktober 1980). Ook de rechtspraak beschouwde de AOW-uitkering lange tijd steeds als een pensioen dat rechtstreeks of onrechtstreeks verband hield met een beroepswerkzaamheid. In februari 2016 heeft het Hof van Cassatie twee arresten geveld inzake de belastbaarheid van AOWuitkeringen. Het Hof herhaalde daarbij dat een basispensioen dat wordt toegekend omwille van een periode van tewerkstelling of dat wordt gefinancierd door een premie die werd ingehouden op het loon of door een premie die onder meer wordt geheven in functie van een beroepsinkomen, een band met de beroepswerkzaamheid vertoont (Cass., 4 februari 2016, nr. F.13 0127.N, rechtsoverweging 6, en Cass., 4 februari 2016, nr. F.13 0155.N, rechtsoverweging 6). Wanneer een AOW-uitkering wordt toegekend aan iemand die nooit een beroepsactiviteit heeft uitgeoefend in Nederland waarvoor sociale premies dienden te worden betaald, kan een rechter volgens het Hof evenwel naar recht oordelen dat de uitkering geen verband houdt met een beroepswerkzaamheid en dus niet belastbaar is op grond van artikel 34, &sect; 1, 1&deg;, WIB 92 (Cass., 4 februari 2016, nr. F.13 0127.N). Wanneer een AOW-uitkering wordt toegekend aan een belastingplichtige die nooit een beroepsactiviteit heeft uitgeoefend in Nederland waarvoor sociale premies dienden te worden betaald, lijkt Belgi&euml; die uitkering niet effectief te kunnen belasten. Dit gaat in tegen de afspraken die Belgi&euml; en Nederland gemaakt hebben bij het sluiten van het Verdrag tot vermijden van dubbele belasting. De regering stelt dan ook voor om een onbetwistbare rechtsgrond voor de belastbaarheid van de uitkeringen te cre&euml;ren door in artikel 34, &sect; 1, 1&deg;, WIB 92 meer in het algemeen pensioenen die kaderen in een wettelijke sociale beschermingsregeling expliciet als belastbaar pensioen aan te merken. Hiermee worden zowel uitkeringen bij ouderdom (zoals de uitkeringen in het kader van de Nederlandse AOW) als uitkeringen aan nabestaanden (zoals de uitkeringen in het kader van de Nederlandse Algemene Nabestaandenwet) bedoeld. Het feit dat het pensioen wordt toegekend op grond van een wettelijke sociale beschermingsregeling volstaat. Het is hierbij niet relevant of de belastingplichtige er al dan niet ooit bijdragen of premies voor heeft betaald. De notie &ldquo;sociale beschermingsregeling&rdquo; moet heel ruim worden ingevuld, ruimer dan enkel de pure &ldquo;socialezekerheidsregelingen&rdquo;. WETSONTWERP Art. 8 In artikel 34, &sect; 1, 1&deg;, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 19 juli 2000, worden de woorden ʺworden toegekend in het kader van een wettelijke sociale beschermingsregeling of ʺ ingevoegd tussen het woord &ldquo;die&rdquo; en het woord &ldquo;rechtstreeks&rdquo;.

Menu

België repareert arrest AOW met ingang van 1 januari 2017

Nieuws