Looptijd 30%-regeling per 1 januari 2019 verkort van acht naar vijf jaar

Auteur: Rach&egrave;l van Dijk, werkzaam als Senior Consultant Tax verbonden aan Ernst & Young Belastingadviseurs LLP te Eindhoven, sectie People Advisory Services (rachel.van.dijk@nl.ey.com) In mei 2016 publiceerde de Algemene Rekenkamer een kritisch rapport over de 30%-regeling. Dit heeft geleid tot een onderzoek door een extern bureau (Dialogic). Hun evaluatierapport verscheen op 1 juni 2017. Het kabinet stemt in met het voorstel van Dialogic om de looptijd van de 30%-regeling per 1 januari 2019 te verkorten van acht naar vijf jaar. Het verkorten van de looptijd zal ook voor bestaande gevallen gelden. Deze maatregel zal worden meegenomen in de belastingplannen voor 2019. Er is nog niet voorzien in overgangsrecht. In dit artikel wordt ingegaan op de gevolgen van deze wijziging. Kort gezegd houdt de 30%-regeling in dat indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, een inhoudingsplichtige een forfaitaire belastingvrije kostenvergoeding aan zijn &ldquo;ingekomen werknemer&rdquo; kan verstrekken voor de extra kosten van het tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst. Wordt niet voldaan aan de voorwaarden, dan kunnen onder voorwaarden de werkelijke extraterritoriale kosten belastingvrij worden vergoed. Werknemers die bij aanwerving binnen een straal van 150 kilometer vanaf de Nederlandse grens wonen, zijn van de 30%-regeling uitgesloten. In deze editie wordt verder niet uitgebreid ingegaan op de inhoud van de 30%-regeling, aangezien ervan wordt uitgegaan dat u als trouwe lezer hiervan op de hoogte bent. Evaluatie en aanbevelingen Onderzoeksbureau Dialogic heeft de 30%-regeling ge&euml;valueerd op doeltreffendheid en doelmatigheid. Dialogic concludeerde dat de 30%-regeling een doelmatige en doeltreffende regeling is, aangezien geschat wordt dat de opbrengsten van de 30%-regeling groter zijn dan de kosten. Daarnaast wordt aan alle doelstellingen voldaan, zijnde het stimuleren van het vanuit het buitenland aanwerven van werknemers met een specifieke deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is, het leveren van een bijdrage aan het aantrekkelijk en competitief houden van het Nederlandse vestigingsklimaat en het verminderen van de administratieve lasten voor werkgevers en werknemers. Dialogic heeft de volgende aanbevelingen gedaan om de 30%-regeling aan te scherpen: Verkorten van de looptijd van acht jaar naar vijf of zes jaar. Verhogen van de 150 kilometergrens. Verlaging van het forfait bij inkomens boven &euro; 100.000. Het kabinet neemt de eerste aanbeveling van Dialogic over, aangezien het verkorten van de looptijd wordt gezien als &ldquo;minst bezwaarlijke&rdquo; maatregel. Vanuit het oogpunt van eenvoud en vanwege hogere administratieve lasten en uitvoeringskosten heeft het kabinet de laatste twee aanbevelingen niet overgenomen. Wijziging per 1 januari 2019 Het voornemen is om de maximale looptijd van de 30%-regeling per 1 januari 2019 te verkorten van acht jaar naar vijf jaar en voor die verkorting geen overgangsrecht te cre&euml;ren. Dit kan tot gevolg hebben dat lopende 30%-beschikkingen direct per 1 januari 2019 zullen vervallen. Dialogic constateerde dat de 30%-regeling qua looptijd een ruime regeling is in vergelijking met soortgelijke regelingen in omliggende landen. Daarnaast blijkt uit de evaluatie dat een verkorting van de looptijd zorgt voor een hogere doelmatigheid van de 30%-regeling, terwijl de doeltreffendheid nauwelijks wordt beperkt. Ook werd geconstateerd dat circa 80% van de werknemers met een 30%-beschikking deze niet langer gebruikt dan vijf jaar en dat van de overige 20% een substantieel deel zich niet tijdelijk, maar langdurig in Nederland vestigt. Naast het verkorten van de looptijd, zal het na vijf jaar ook niet meer mogelijk zijn om de werkelijke extraterritoriale kosten vrij te vergoeden. Ook zal de periode waarin de keuzeregeling voor parti&euml;le buitenlandse belastingplicht van toepassing is (artikel 2.6 Wet IB 2001), met drie jaar worden verkort. De wijzigingen zullen ter goedkeuring worden opgenomen in het op Prinsjesdag 2018 bij het parlement in te dienen wetsvoorstel Belastingplan 2019. De Belastingdienst wacht het parlementaire proces niet af. Hij heeft de 30%-werknemers en hun werkgevers inmiddels per brief over de voorgenomen wijzigingen ge&iuml;nformeerd. Nadelige gevolgen Het verkorten van de 30%-regeling heeft nadelige gevolgen voor zowel werknemers als werkgevers. Ik zet de belangrijkste op een rij: Bij nettoloonafspraken worden werkgevers geconfronteerd met een toename van werkgeverslasten vanaf jaar zes. Bij brutoloonafspraken worden werknemers geconformeerd met een lager netto-inkomen vanaf jaar zes. Bij brutoloonafspraken kunnen werkgevers ook geconfronteerd worden met een toename van werkgeverslasten, indien zij hun werknemers (moeten) compenseren voor de netto-inkomensachteruitgang. Een inwoner van Nederland met de 30%-regeling wordt vanaf jaar zes niet meer gekwalificeerd als partiele buitenlandse belastingplichtige. Hierdoor wordt het wereldwijde inkomen uit sparen en beleggen (box 3) vanaf de eerste peildatum na jaar vijf in de belastingheffing betrokken. Werkgevers worden geconfronteerd met een extra administratieve last. Zij dienen voor de gehele 30%-populatie te toetsen wanneer de 30%-regeling is gestart en wanneer er vijf jaar gebruik is gemaakt van de regeling. De bestaande overgangsregeling voor 30%-werknemers waarvan de looptijd reeds v&oacute;&oacute;r 1 januari 2012 is aangevangen, wordt door de nieuwe verkorting terzijde geschoven. Voor hen geldt ook een maximale looptijd van vijf jaar, waardoor de 30%-regeling direct vervalt per 1 januari 2019. Lobby en petitie Het grootste pijnpunt van het verkorten van de looptijd van de 30%-regeling is dat deze ook gaat gelden voor bestaande gevallen en dat nog niet is voorzien in overgangsrecht. Lobbygroepen bestoken het parlement voor invoering van overgangsrecht voor bestaande gevallen en ook in de media wordt veel aandacht besteed aan deze wijziging. Daarnaast is op change.org(1) een petitie gestart, die door werkgevers en werknemers kan worden ondertekend. De teller staat inmiddels op ruim 31.000 ondertekeningen. Staatssecretaris Snel van Financi&euml;n is echter van mening dat het niet cre&euml;ren van overgangsrecht voor het verkorten van de looptijd van de 30%-regeling juridisch houdbaar is, daar het aan partijen is om bij het sluiten van langlopende overeenkomsten met de mogelijkheid van toekomstige wetswijzigingen rekening te houden. Daarnaast is Snel van mening dat juist het uitzonderen van bestaande gevallen tot een ongelijke behandeling zal leiden. Snel merkt op dat het uiteindelijk aan de rechter is om te oordelen over de juridische houdbaarheid. Samenvatting Het met drie jaar verkorten van de maximale looptijd van de 30%-regeling en het ontbreken van overgangsrecht leidt tot veel onrust bij werkgevers en werknemers. De 30%-regelingen die zijn toegekend v&oacute;&oacute;r 1 januari 2014, zullen met ingang van 1 januari 2019 eindigen. De 30%-regelingen die n&aacute; 1 januari 2014 zijn toegekend, vervallen met ingang van de eerste dag van jaar zes. Wij schatten de kans, dat het parlement alsnog overgangsrecht zal afdwingen, niet hoog in. Het is nog niet duidelijk wat de invloed op de nieuwe looptijd van vijf jaar zal zijn van een toegepaste korting op de oorspronkelijke looptijd van acht jaar wegens eerder verblijf of tewerkstelling in Nederland. Als ik het parlement een voorstel zou mogen doen, dan zou dat op grond van het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel zijn dat overgangsrecht gecre&euml;erd moet worden voor bestaande gevallen. Daarnaast zouden wij voorstellen om de keuzeregeling voor parti&euml;le buitenlandse belastingplicht af te schaffen en het salaris voor de 30%-regeling af te toppen. Tips voor de praktijk Neem in de arbeidsovereenkomst met een ingekomen werknemer op dat de 30%-regeling van toepassing zal zijn, indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan en onder voorbehoud van wijzigingen. Informeer alle betrokken werknemers tijdig over de gevolgen en de daling van hun nettoloon. Wellicht door middel van een pro-forma loonstrook, zodat inzichtelijk wordt wat de financi&euml;le impact zal zijn per 1 januari 2019. Voor werknemers waarvan de 30%-regeling per 1 januari 2019 vervalt, nagaan of het mogelijk is om eventuele (voorschotten op) bonusbetalingen reeds in 2018 uit te betalen. Informeer werknemers dat de werkelijke extraterritoriale kosten na vijf jaar ook niet meer belastingvrij mogen worden vergoed. Ook de schoolgelden van internationale scholen kunnen na vijf jaar niet meer belastingvrij worden vergoed. Beoordeel of het wenselijk is om een beschikbare vrije ruimte in de werkkostenregeling in te zetten voor vrije vergoeding van extraterritoriale kosten. Noten 1 https://www.change.org/p/dutch-government-should-not-break-existing-contracts-keep-the-trust-with-expats