Heffingskortingen in internationaal verband

Nicole M.S.H. Janssen Geschreven door 24-09-2016

Auteur: Nicole M.S.H. Janssen is werkzaam bij de Belastingdienst Buitenland, dit artikel is geschreven op persoonlijke titel

In dit artikel wordt de systematiek van de heffingskortingen voor verschillende groepen buitenlandse belastingplichtigen besproken. Tevens wordt ingegaan op een aantal knelpunten in de berekeningen.

Systematiek heffingskortingen

Bij de invoering van de Wet Inkomstenbelasting 2001 zijn de belastingvrije sommen vervallen en daarvoor in de plaats de heffingskortingen ingevoerd. De heffingskortingen hadden een duidelijke systematiek: als men aan de voorwaarden voldeed, dan had men recht op een korting op de verschuldigde belasting en premie volksverzekeringen. Voor welk bedrag het totaal aan heffingskortingen werd verleend, was afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden.

De belastingvrije sommen verminderden het inkomen, waarna de belasting werd berekend. Dit leidde tot een verschillend voordeel bij belastingplichtigen. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger het voordeel door het progressieve tarief. Bij de heffingskortingen is het uitgangspunt dat het inkomen wordt vastgesteld, de belasting wordt berekend en daarna pas het bedrag van de heffingskorting wordt afgetrokken. Ongeacht de hoogte van het inkomen, zal bij gelijke persoonlijke omstandigheden een gelijk bedrag aan heffingskorting worden genoten. Dat was en is nog steeds het grootste pluspunt van de gekozen methodiek.

Voor de inwoners van Nederland een duidelijk herkenbare werkwijze, echter is dat ook nog het geval als we te maken krijgen met een niet-inwoner? Een kwalificerend buitenlands belastingplichtige, een inwoner van Duitsland, België, Suriname, Sint Maarten of Aruba? En welke effecten heeft de verzekeringsplicht op de heffingskortingen?

Met het stellen van enkel die vragen, ben je er nog niet. Die antwoorden bepalen óf iemand aanspraak kan maken op een heffingskorting. Daarna volgt dan de vraag: Welk bedrag wordt verleend? Op deze relatief eenvoudige vraag kan eigenlijk geen antwoord meer worden gegeven, in elk geval geen antwoord dat je nog aan een burger kunt uitleggen.

Gecombineerde inkomensheffing, gecombineerde heffingskorting, arbeidsinkomen, afbouw heffingskortingen, fiscaal partnerschap, toetsniveau hebben allen invloed op de uitkomst. Maar vergeet daarbij ook niet: Waar leiden de verschillen tussen inkomstenbelastingdeel en premiedelen toe? En dan ook nog de tijdsevenredige herleiding van die delen? Wellicht nog in combinatie met het bereiken van een pensioengerechtigde leeftijd, die nog jaarlijks wordt verhoogd? Welk effect heeft migratie op de heffingskortingen in het kalenderjaar? En wat zijn de gevolgen bij uiteenlopende perioden van belasting- en premieplicht?

In de afgelopen jaren zijn de heffingskortingen ingezet als maatregel om inkomenseffecten te bewerkstelligen. Dat heeft geleid tot het maximeren en aftoppen van heffingskortingen. Ook is ervoor gekozen om deze tijdsevenredig te herleiden naar perioden van belastingplicht met ingang van 2016 (IB) en premieplicht met ingang van 2013 (PH).

Voor deze inhoud dient u in te loggen.

Wilt u meer lezen en altijd op de hoogte zijn van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdend werken? Sluit een abonnement af. Heeft u al een abonnement, dan kunt u uiteraard inloggen.