Auteur: mr. M.H. Duijker, werkzaam als loonheffingenspecialist bij Govers Accountants/Adviseurs te Eindhoven (duijker@govers.nl)
Als een werknemer wordt benaderd door zijn werkgever om in het buitenland te werken, komt een werknemer voor allerlei vraagstukken te staan. Hoe gaan we het thuis doen? Past het wel in mijn carrièrepad? En, ook niet onbelangrijk, wat levert het mij op? Nadat alles is overwogen en de spreekwoordelijke seinen op groen staan, komen vaak de minder leuke aspecten van praktische aard de hoek om kijken. Afhankelijk van de situatie kan een van die aspecten zijn: het moeten bijhouden van het werkpatroon. Klinkt makkelijk toch? Helemaal als de adviseur van de werkgever ook nog een gelikte ‘travel calendar’ ter beschikking stelt die de werknemer alleen maar hoeft in te vullen. Praktijkervaring en de nodige jurisprudentie over het fenomeen ‘dagen tellen’, laten echter zien dat tellen soms helemaal niet zo makkelijk is, hoe gek dat ook mag klinken. Nu het jaar op zijn eind loopt en menig werkdagenoverzicht op korte termijn moet worden ingediend bij de werkgever, neem ik in deze bijdrage de spelregels en recente jurisprudentie rondom het dagentellen bij grensoverschrijdend werken door.