Auteur: Sofie Matthys, werkzaam als Tax advisor bij Deloitte Private, Accountancy & Advisory (smatthys@deloitte.com)
Op 23 november 2023 werd een overeenkomst gesloten tussen België en Nederland waarbij de vraag werd behandeld of, en onder welke omstandigheden, het grensoverschrijdend thuiswerken van werknemers in hun woonland kan leiden tot een vaste inrichting (hierna de “Overeenkomst). De Overeenkomst geeft uitleg aan de definitie ‘vaste inrichting’ zoals opgenomen in artikel 5 van het dubbelbelastingverdrag Nederland-België (hierna DBV). Het hebben van een vaste inrichting in de andere staat kan ingevolge dit belastingverdrag leiden tot belastbaarheid in hoofde van de werkgever op het niveau van de vennootschapsbelasting. Dit artikel bespreekt of de Overeenkomst ook inwerkt op de overige verplichtingen die vanuit de Belgische wetgeving worden opgelegd wanneer er sprake is van een ‘Belgische inrichting’. Specifiek de verplichting om Belgische bedrijfsvoorheffing in te houden op het loon van thuiswerkende Belgische werknemers, en aldus een lokale loonadministratie te moeten voeren, wordt door Nederlandse werkgevers als een hinderlijke administratieve last ervaren.