Berekening van heffingskortingen in internationale situaties: case closed?

Bo Berkman Door 12-09-2024

Auteurs: Robert Bäumler en Bo Berkman, beiden werkzaam bij de Belastingdienst. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.

In Vakblad 49, 2022 hebben wij aandacht besteed aan de vraag op basis van welk inkomen heffingskortingen in internationale situaties berekend moeten worden. De vraag is steeds, met weliswaar wat nuances, of al dan niet van het wereldinkomen moet worden uitgegaan. Dat is van belang omdat de hoogte van veel heffingskortingen inkomensafhankelijk is. Uit alleen al de verschillende, elkaar soms tegensprekende, uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven bleek dat hierover allesbehalve duidelijkheid bestond. De Hoge Raad heeft op 22 maart 2024 een arrest(1) gewezen naar aanleiding van een prejudiciële vraag van Rechtbank Zeeland-West-Brabant(2). De zaak betrof de ouderenkorting, maar de Hoge Raad gaat in breder verband in op de berekening van heffingskortingen in internationale situaties. In dit artikel bespreken we het arrest van 22 maart 2024. We belichten daarna aan de hand van enkele voorbeelden of na het wijzen van dit arrest de discussie dan nu eindelijk tot een einde is gekomen.

Voor deze inhoud dient u in te loggen.

Wilt u meer lezen en altijd op de hoogte zijn van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdend werken? Sluit een abonnement af. Heeft u al een abonnement, dan kunt u uiteraard inloggen.