Auteur: Caja Huisman, werkzaam bij de People Advisory Services praktijk van EY Belastingadviseurs LLP, als consultant tax specialties (caja.huisman@nl.ey.com)
Op 14 maart 2019 heeft het Europese Hof van Justitie het arrest Vester gewezen. Dit heeft in Nederland ingrijpende gevolgen. Het UWV heeft aan de hand van dit arrest nieuw beleid bepaald voor situaties zoals die van mevrouw Vester. Per 1 januari 2021 is deze beleidswijziging ingegaan. Indien de werknemer in een ander land als laatste verzekerd was, maar in dit land geen of geen volledig recht bestaat op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, kan er een inkomensgat ontstaan door het verschil in wachttijd. De wachttijd WIA zal vanaf 1 januari 2021 aansluiten op de wachttijd van de andere lidstaat, waardoor zo’n gat wordt voorkomen. Dit beleid is ook van toepassing op mensen die buiten Nederland wonen, maar wel een band met Nederland hebben gehad. Dit beleid geldt ook voor alle nieuwe aanvragen per 1 januari 2021 en voor alle lopende aanvragen waar de ingangsdatum van de WIA-uitkering nog niet is bepaald. Door deze beleidswijziging worden nieuwe aanvragen verwerkt op basis van het nieuwe beleid. Situaties zoals die van mevrouw Vester zouden dus nu niet meer mogen voorkomen. In dit artikel wordt uitgebreid ingegaan op de achtergronden en gevolgen van het arrest Vester.
Het toegenomen gebruik van telewerk als gevolg van het coronavirus is voor de socialezekerheidswetgeving geneutraliseerd voor werknemers en zelfstandigen. De voorziene einddatum van deze regeling is 31 december 2021.
Bron: (Belgische) Rijksdienst voor sociale zekerheid
Op de website van de SVB staat dat de coronamaatregelen in relatie met Duitsland en België nog steeds van toepassing zijn. Ook de fiscale overeenkomsten met Duitsland en Nederland blijven geldig tot in ieder geval 30 september 2021.
Bron: Website SVB
Een uitzendbureau kan alleen personeel over de grens detacheren in zin van de art.12, lid 1 VO 883/2004 als het uitzendbureau voor een aanzienlijk deel personeel uitzendt in de lidstaat van vestiging. Alleen personeel werven in het land van vestiging is te weinig.
Bron: Hof van Justitie EU, 3 juni 2021, ECLI:EU:C:2021:427
Auteur: Kim Erens, Senior consultant, EY Belastingadviseurs LLP (kim.erens@nl.ey.com)
Na ruim een jaar thuiswerken begint dit voor velen te voelen als ‘normaal’. Ook na de huidige crisis zal het thuiswerken voor velen onderdeel blijven van de werkweek. Volgens EY’s ‘Work Reimagined Employee Survey 2021’ verwacht slechts 1/5 van de werknemers na de COVID-19 crisis weer 100% terug naar kantoor te gaan. Sommige bedrijven geven hun medewerkers zelfs de mogelijkheid om te kiezen vanuit waar ze aan het werk gaan. ‘Work from anywhere’, bedrijven als Spotify adverteren ermee maar nuanceren de quote dan ook meteen omdat er toch meer aandachtspunten aan zitten dan op het eerste oog gedacht wordt. Werkgevers worden nieuwe mogelijkheden geboden om talent te werven. Maar er zijn ook belangrijke punten waar eerst goed bij stilgestaan moet worden voordat deze stap genomen wordt. In dit artikel beschrijf ik de aandachtspunten van dit remote werken aan de hand van een voorbeeld.
Auteur: Nick Tax, voorlichter bij Bureau voor Belgisch Zaken, Sociale verzekeringsbank te Breda (www.svb.nl/nl/bbz-bdz/)
Steeds meer gepensioneerden verhuizen naar een ander land. De een omdat het weer daar beter is, de ander omdat de omgeving hen aantrekt. Daar kleven vaak gevolgen aan, die je maar beter van tevoren kunt weten. Ook zien we dat er steeds meer mensen in verschillende landen pensioenrechten hebben opgebouwd. Wat gebeurt er als je bijvoorbeeld uit België en Luxemburg pensioen ontvangt, en gaat verhuizen naar Nederland? Wat moet je regelen voor bijvoorbeeld je ziektekosten?
Auteur: Esther Moh, Senior consultant, Ernst & Young Belastingadviseurs LLP – People Advisory Services (esther.moh@nl.ey.com)
Na een periode van stilte, waarin er nader onderzoek is gedaan, heeft de SVB op 23 maart 2021(1) een update gepubliceerd over de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk (verder: VK-EU Overeenkomst) en het bijbehorende sociale zekerheidsprotocol (verder: Protocol)(2). Dit Protocol kent een beperktere bescherming van sociale zekerheidsrechten dan onder de EU-verordening (883/2004) het geval is. In de update gaat de SVB o.a. in op hoe de beperktere bescherming van het Protocol uitpakt voor de Wet langdurige zorg (verder: Wlz) en de Zorgverzekeringswet (verder: Zvw). Dit artikel focust zich op de Wlz en de Zvw.
Nederland hoeft geen TOZO-uitkering toe te kennen aan zelfstandigen die in Duitsland wonen en in Nederland sociaal verzekerd zijn. Op de TOZO is de EU-verordening niet van toepassing. Eiser dient in Duitsland een inkomensondersteuning aan te vragen.
Bron: Rechtbank Limburg, 28 mei 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:4337
Er is geen sprake van werken in twee of meer landen voor de Europese sociale zekerheid (art. 14, lid 2, VO 1408/71) als de duur van de ononderbroken tijdvakken van werkzaamheden in elk van de lidstaten meer bedraagt dan 12 maanden.
Bron: Hof van Justitie EU, 20 mei 2021, ECLI:EU:C:2021:409
De OESO heeft een overzicht gepubliceerd met de verschillen tussen het arbeidskosten van de werkgever en het netto-loon van de werknemer. Per land wordt dit uitgebreid toegelicht aan de hand van tarieven, fiscale tegemoetkomingen, SV-premies etc.
Bron: OESO, 29 april 2021