De gemeente mag toeristenbelasting heffen ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente door arbeidsmigranten die niet als ingezetenen in de Basisregistratie Personen zijn ingeschreven. X is degene die gelegenheid biedt tot verblijf tegen vergoeding en de toeristenbelasting verschuldigd is.
Bron: Hoge Raad, 21 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2398
Onderneming B heeft personeel ingeleend van C. B heeft het personeel doorgeleend. B betaalt de facturen aan C, zonder gebruik te maken van een g-rekening. Omdat C de fiscale verplichtingen niet na is gekomen, is B als inlener aansprakelijk voor de door C niet betaalde naheffingsaanslagen LB en OB.
Bron: Rechtbank Den Haag, 16 oktober 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:13510
Oostenrijk mag geen werkvergunning verlangen van derdelanders die ter beschikking zijn gesteld door een in Italië gevestigde onderneming aan een tevens in Italië gevestigde onderneming met het oog op de verrichting van een dienst in Oostenrijk. Uitsluitend een meldingsplicht is niet in strijd met het Europees recht.
Bron: Hof van Justitie EU, 14 november 2018, C-18/17
In verdragssituaties moet eerst nagegaan worden wat het heffingsbereik is volgens de nationale heffingswetten. Dan moet beoordeeld worden in hoeverre het belastingverdrag deze toepassing beperkt. De bewijslast van deze beperking rust op belastingplichtige.
Bron: Hoge Raad, 7 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2267
Een inwoner van België is ook in Duitsland advocaat en betaalt premies voor oudedagsvoorzieningen in Duitsland. Duitsland, waar hij beperkt belastingplichtige is, moet de verplichte pensioenbijdragen voor de beroepspensioenregeling in aftrek toelaten. Dat hoeft niet voor onverplichte aanvullende en particulier betaalde bijdragen.
Bron: Hof van Justitie EU, 6 december 2018, ECLI:EU:C:2018:987
Een inwoner van Nederland heeft een Land Rover geïmporteerd uit Duitsland in 2014. De kilometerstand bedroeg toen negen. Volgens het Gerechtshof is sprake van een nieuwe auto ook al stond de auto eerder, één dag, in Duitsland geregistreerd. Er is € 33891 BPM verschuldigd.
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20 november 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9973
Een inwoner uit Duitsland die in 2011 de arbeidsovereenkomst sloot en pas op 1 januari 2012 begon te werken heeft recht op de 30%-regeling. De 150km-grens is op 1 januari 2012 een voorwaarde geworden voor toepassing van de 30%-regeling. Het moment van totstandkoming van de arbeidsovereenkomst is het toetsmoment voor de vraag of men woonachtig was meer dan 150 km van de Nederlandse grens.
Bron: Hoge Raad, 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2201
X verblijft het merendeel van het jaar in Nederland en is ingeschreven in de basisregistratie personen. Zijn hoofdverblijf is volgens de rechtbank in Nederland. Hij rijdt rond in een auto met een kenteken uit het VK. De naheffingsaanslag en boete motorrijtuigenbelasting is terecht opgelegd.
Bron: Rechtbank Noord-Holland, 7 november 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:10036
Bij een arbeidsovereenkomst met een grensoverschrijdend karakter, is, bij gebreke van een rechtskeuze, het recht van toepassing van het gewoonlijk arbeidsland of het land waarmee een nauwere band bestaat. Om dit te bepalen moet met meer factoren rekening worden gehouden.
Bron: Hoge Raad, 23 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2165
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over de vraag of de detacheringsrichtlijn van toepassing is op internationale chauffeurs die in meerdere landen werken. Is de CAO goederenvervoer van toepassing als chauffeurs tijdelijk ‘in of vanuit’ Nederland ritten uitvoeren volgens de detacheringsrichtlijn?
Bron: Hoge Raad, 23 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2174