Auteur: J.J. Hendriks, werkzaam bij Deloitte Global Employer Services (www.deloitte.nl)
In de praktijk wordt met veel belangstelling uitgekeken naar de arresten van het Europees Hof van Justitie in twee Nederlandse zaken waarin de Hoge Raad prejudiciële vragen heeft gesteld. De gestelde vragen gaan over de locatie waar een werknemer zijn werkzaamheden ‘pleegt’ te verrichten zoals bedoeld in de conflictregels van EU-Verordening 1408/71. Inmiddels heeft de Advocaat-Generaal van het Europees Hof van Justitie zijn conclusies gepubliceerd. Hieronder geef ik uitleg over beide zaken en behandel ik de bijbehorende conclusies.
Auteur: Mr. Dr. A.S. Cools, werkzaam bij de sectie internationaal belastingrecht van de Belastingdienst (andy_cools@hotmail.com). Het standpunt van de auteur is strikt persoonlijk.
In een recent arrest heeft het Hof van Justitie de regelgeving m.b.t. het Belgisch gereglementeerd spaarboekje opnieuw onder de loep genomen. Het vereiste dat het buitenlands spaarboekje aan analoge voorwaarden moet voldoen als het Belgisch gereglementeerd spaarboekje, komt steeds verder onder vuur te liggen (HvJ 8 juni 2017, C - 580/15).
Een aandelenoptierecht is belast op het moment van uitoefening van het recht. Omdat de werknemer toen niet meer in Nederland woonde en werkzaam was, kan geen gebruik meer worden gemaakt van de 30%-regeling over dit loonbestanddeel.
Bron: Hoge Raad, 22 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2419
Ook de Hoge Raad is van mening dat de gemeente voor de afgifte van een Nederlandse identiteitskaart leges mag heffen.
Bron: Hoge Raad, 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2382
Twee vliegende personeelsleden van Ryanair waren het niet eens met hun voorwaarden voor de uitvoering en beëindiging van hun arbeidsovereenkomst. Als bevoegde rechter moet optreden de rechter in het land waar de werknemers gewoonlijk werken. Dat is niet per definitie het land dat de thuisbasis is voor het vliegend personeel.
Bron: Hof van Justitie EU, 14 september 2017, ECLI:EU:C:2016/688 en 689
Na 5 jaar is de aanwijzing van de Belgische pensioenregeling verlopen. De Belgische regeling is vanaf dat moment onzuiver, o.a. vanwege de afkoopmogelijkheid. Het werkgeversaandeel van de pensioenpremie is vanaf dan belast loon
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19 juli 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:4440
Een skilerares die in de wintermaanden drie maanden in Oostenrijk skiles geeft en gedurende die periode onbetaald verlof heeft opgenomen bij haar Nederlandse werkgever, werkt voor de sociale zekerheidsverordening 1408/71 in twee landen. Ze blijft dan verzekerd in woonland Nederland.
Bron: Europese Hof van Justitie, 13 september 2017, ECLI:EU:C:2017:673
Een werknemer verricht, zonder vooroverleg met zijn Nederlandse werkgever, een klein deel (6,5%) van zijn werkzaamheden thuis In België. Voor de toepassing van de sociale zekerheidsverordening 1408/71 wordt hij dan niet geacht zijn werkzaamheden in loondienst in twee lidstaten te verrichten. Betrokkene blijft verzekerd in het Nederland.
Bron: Europese Hof van Justitie, 13 september 2017, ECLI:EU:C:2017:674
Een inwoner van Nederland leent een auto van een inwoner van Duitsland en wordt binnen 14 dagen twee maal gesignaleerd. Het vermoeden dat de auto feitelijk ter beschikking staat en duurzaam gebruikt wordt op de Nederlandse weg, wordt niet ontzenuwd. De nageheven BPM en de boete zijn terecht.
Bron: Rechtbank Gelderland, 1 september 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4502
Een Nederlandse onderneming die personeel bemiddelt heeft in Bulgarije arbeidskrachten geworven en in dienst genomen. Vanaf 2009 werkte een deel van de Bulgaren voor een Bulgaarse vennootschap, die opdrachten uitvoerde via aanneming van werk. De rechtbank is van mening dat sprake is van een schijnconstructie. De Bulgaren bleven feitelijk in dienst van de Nederlandse onderneming.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2 augustus 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:4881