X heeft sterke banden met Nederland en met Turkije. Hij verblijft in beide landen ongeveer 6 maanden. In Turkije bij zijn echtgenote in Nederland bij zijn (klein)kinderen. X heeft een duurzame band met Nederland en is als ingezetene verzekerd voor de Zvw en Wlz.
Bron: Centrale Raad van Beroep, 20 juni 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2021
Diverse malen zijn door de SVB A1-verklaringen afgegeven en ingetrokken. Over een maand neemt de SVB geen besluit. Daaruit leidt de belastingrechter af, dat de SVB betrokkene niet als verzekerde heeft willen aanmerken. De inspecteur kan dan niet meer anders beslissen.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 28 augustus 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3139
Een Rijnvarende woont in Nederland en heeft een Cypriotische werkgever. Hij heeft niet in Cyprus (geen verdragsland) gewerkt, zodat op grond van art. 38 AWR geen recht bestaat op voorkoming van dubbele belasting. Ook bewijst hij niet dat België op grond van het belastingverdrag mag heffen.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 28 augustus 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3138
Een in Nederland wonende rijnvarende is in Nederland sociaal verzekerd. Luxemburg heeft echter ook premies geheven. Als reactie op het naar elkaar wijzen van de diverse overheidsinstanties, verrekent het Gerechtshof de Luxemburgse premies met de Nederlandse premies.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 28 augustus 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3140
Bij een aantal rijnvarenden heeft de SVB EU-rechtelijke procedureregels, in casu de dialoogprocedure (art. 16 VO 987/2009), niet volledig gevolgd. De SVB moet alsnog overleggen met de buitenlandse organen om de dubbele premieheffing te voorkomen en/of te verrekenen met Nederlandse premies.
Bron: Centrale Raad van Beroep, 28 augustus 2019
X, met een zwervend bestaan, wordt als inwoner van Nederland aangemerkt (duurzame band). Hij heeft niet tijdig aan zijn aangifteverplichting voldaan, waardoor de bewijslast wordt omgekeerd. Dat het biljet niet is aangekomen, is voor zijn rekening nu hij geen adreswijziging heeft doorgegeven.
Bron: Gerechtshof Den Haag, 19 juni 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2219
De beslagvrije voet in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan niet automatisch worden gehanteerd voor niet in Nederland wonende schuldenaren. Er kan rekening worden gehouden met het prijspeil en levensstandaard in het woonland. De bewijslast rust wel op de belastingschuldige.
Bron: Rechtbank Limburg, 4 april 2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:3212
Een uit Oostenrijk, via België, naar Nederland gebrachte auto met een kilometerstand tussen de 12 en 22 is tijdens het transport beschadigd. De schade bedroeg bijna 3000 euro. Bij de registratie voor de BPM was de auto nog niet beschadigd. Voor de BPM is sprake van een nieuwe auto
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 9 juli 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5721
In vijf zaken over bij invoer te betalen BPM komt aan de orde: toepassing nieuwe jurisprudentie, werking Leidraad BPM 2006, nieuw/gebruikt, inkoopwaarde versus verkoopwaarde, verschillende afschrijvingsmethoden en hun bruikbaarheid, BTW/marge, tabellen etc.
Bron: Rechtbank Gelderland, 5 augustus 2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:3416
Een in Nederland wonende Rijnvarende heeft sinds 2004 een Luxemburgse E-101 voor onbepaalde tijd, die niet verstrekt is in kader van het Rijnvarendenverdrag. De belastingrechter volgt, de nog in geschil zijnde, A1 van de SVB. Belanghebbende is in Nederland sociaal verzekerd.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23 mei 2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:2372