Z is Italiaan. Z woont in Letland en is economisch niet actief. Z heeft het recht om aangesloten te zijn bij het openbare zorgverzekeringsstelsel van Letland. Letland hoeft Z niet kosteloos toe te laten, maar de vereiste bijdrage mag niet onevenredig zijn.
Bron: Hof van Justitie EU 15 juli 2021, ECLI:EU:C:2021:595
A is inwoner van Vietnam. Gezien zijn duurzame band (o.a. verblijf 70 dagen, familie en appartement) met Nederland is A ook inwoner van Nederland. Voor de toepassing van het belastingverdrag is hij inwoner van Vietnam. Als inwoner is A sociaal verzekerd in Nederland.
Bron: Rechtbank Noord-Holland, 20 augustus 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:8815
Inwoners van Italië met een Italiaanse gecombineerde werk- en verblijfsvergunning, moeten voor de sociale zekerheid gelijk behandeld worden. Italië mag hen niet uitsluiten van het recht op een geboortetoelage en moederschapsuitkering.
Bron: Hof van Justitie EU, 2 september 2021, ECLI:EU:C:2021:659
Y woont in Nederland en heeft een Zwitserse woning. Doordat het tarief in 2017 in box 3 progressief is geworden is hij meer belasting verschuldigd in Nederland. De wijze van voorkoming dubbele belasting is conform de voorkomingsbepaling in het verdrag.
Bron: Hoge Raad, 8 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1478
H woont in België en is een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige. Haar man geniet pensioen in België. Hij kwalificeert niet. H kan alleen haar eigen deel van de hypotheekrente aftrekken. Het deel van haar man niet. Dat België geen aftrek geeft is een dispariteit.
Bron: Hoge Raad, 8 oktober 2021 ECLI:NL:HR:2021:1472
A is volledig werkloos geraakt tijdens een periode van ziekteverlof en krijgt een werkloosheidsuitkering uit Duitsland. Hij verhuist naar Nederland. A kan dan in Nederland een ww-uitkering claimen. De (privé)redenen van de verhuizing zijn daarbij niet relevant.
Bron: Hof van Justitie EU, 30 september 2021, ECLI:NL:C:2021:785
X woont in België. X is voor de periode 1 mei 2010 – 31 maart 2019 verzekerd in België, blijkens een Belgische A1-verklaring. X heeft geen recht op ambtshalve vermindering van de ten onrechte betaalde Nederlandse premies tot en met 2013, omdat het verzoek te laat is ingediend.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18 maart 2021
De vestigingsplaatsfictie in de Wet Vpb is niet strijdig met het EU-recht. Het EU-recht verzet zich niet tegen een ongunstigere behandeling van eigen onderdanen. De BV is inwoner van Nederland en niet van Malta. De kernbeslissingen worden in Nederland genomen.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 26 augustus 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:4374
Y woont in Nederland en heeft tot 2014 in België gewerkt. Y ontvangt in 2015 uit een Belgische groepsverzekering op grond van een regelingskwijting een netto bedrag van € 121.551. Woonland Nederland heeft het heffingsrecht over de uitkering.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19 augustus 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:4373
Het lopende beroep bij de Centrale Raad van Beroep dat Rijnvarende A aanhangig heeft gemaakt tegen de beschikking van de SVB maakt niet dat de A1-verklaring rechtskracht mist. Het loon van A is in Nederland belast en niet in Liechtenstein.
Bron: Rechtbank Noord-Holland, 15 september 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:7920