Auteur: Gisela Surmann, Rechtsanwältin, Fachanwältin für Arbeitsrecht, werkzaam bij Strick - Rechtsanwälte & Steuerberater (giselasurmann@strick.de)
In Duitsland zijn onlangs twee interessante gerechtelijke uitspraken gepubliceerd over de al dan niet bestaande plicht tot het bijhouden van werktijden van werknemers. Het Bundesarbeitsgericht gaat ervanuit dat ook zonder nationaal wettelijke basis er een plicht bestaat tot het registreren van arbeidstijden. Dit heeft verstrekkende praktische gevolgen. In hoeverre heeft dit effect op de stel- en bewijslastverdeling bij het bepalen van een vergoeding voor overwerk?
Auteurs: Thomas Dillmann en Theresia Neuhöfer, beiden werkzaam als Rechtsanwalt(in), Thomas tegelijk ook als notaris, bij advocatenkantoor ALPMANN FRÖHLICH (dillmann@alpmann-froehlich.de, neuhoefer@alpmann-froehlich.de, www.alpmann-froehlich.de/nl)
Zoals bekend zijn “gelijk hebben”, “gelijk krijgen” en vervolgens het “gelijk afdwingen” drie verschillende dingen. Dit laatste lijkt bijzonder moeilijk wanneer de onderliggende feiten grensoverschrijdend zijn en de vordering op vermogen van de debiteur in het buitenland (Duitsland) dient te worden verhaald. Belangrijk is hierbij de juiste stappen te zetten. In het volgende artikel willen wij de algemene procedure, de verschillen en de valkuilen voor (grensoverschrijdend) loonbeslag in Duitsland uiteenzetten.
M woont in Nederland en ontvangt twee kleine pensioenen uit Duitsland van in totaal € 12697’. De pensioenen zijn dan belast in Nederland, omdat het totaalbedrag kleiner is dan € 15.000. Er is geen sprake van discriminatie of een niet toegestaan gevolg van een verdragswijziging.
Hoge Raad, 14 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1437
Auteur: Anja Romijnders, Rechtsanwältin und Fachanwältin für Arbeitsrecht, Strick - Rechtsanwälte & Steuerberater (romijnders@strick.de)
Op 23 juni heeft de Duitse Bondsdag in tweede en derde lezing het wetsvoorstel implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsomstandigheden in de EU aanvaard. De invoering van de wet leidt tot talrijke arbeidsrechtelijke wijzigingen in de wet Nachweisgesetz (Duitse wet inzake het bewijs van de essentiële voorwaarden van een dienstverband, NachwG) en andere wetten, die van groot belang zijn voor de praktijk.
Voor de inkomsten- en loonbelasting is de wijziging van toepassing vanaf 1 januari 2023. De wijziging is van belang voor inwoners van Nederland met een Duitse sociale zekerheidsuitkering, niet zijnde een pensioen. Verder wijzigt het verdrag t.g.v. de BEPS-maatregelen.
Bron: Tractatenblad, 12 juli 2022
Auteur: mr. Sofie Jacobs, werkzaam als fiscaal advocaat bij Peeters Euregio Law & Tax (s.jacobs@euregio.law)
Wanneer een werknemer in meerdere landen werkt, moet worden nagekeken in welk land de werknemer belasting moet betalen op zijn loon. Dit is onder meer van belang voor de inhouding van bedrijfsvoorheffing en dus voor het voeren van een correcte payroll. In de dubbelbelastingverdragen wordt bepaald in welk land het loon van de werknemer belastbaar is. Als algemene regel geldt dat het loon volledig belastbaar is in het woonland, tenzij één van de drie uitzonderingsgevallen van toepassing is. Eén van die drie uitzonderingsgevallen is de fameuze 183-dagenregel die voorziet dat het woonland volledig heffingsbevoegd blijft over het loon indien de grens van 183 dagen niet wordt overgeschreden door de werknemer in het werkland. Ondernemingen gaan er vaak van uit dat de berekening van deze 183 dagen voor alle landen hetzelfde is. Dit is echter niet het geval, waardoor de grens van 183 dagen in de praktijk vaak fout wordt berekend. Een foutieve berekening kan nochtans grote gevolgen hebben aangezien hierdoor mogelijks bedrijfsvoorheffing in het verkeerde land wordt afgedragen. Dit leidt dan ook tot de nodige problemen wat betreft fiscale regularisaties, fiscale boetes en een moeizame terugvordering van ten onrechte betaalde bedrijfsvoorheffing. In deze bijdrage leggen wij de dubbelbelastingverdragen tussen België, Nederland en Duitsland eens naast elkaar, zodat u een duidelijk zicht krijgt op de verschillende berekeningswijzen van de grens van 183 dagen.
Een onderneming in Nederland van een inwoner van Duitsland kan een Duits gekentekende bestelauto als zakelijk vermogen etiketteren. Voor de IB-heffing zijn de gebruikelijke regels van toepassing. Bij de aanschaf is geen BPM-heffing verschuldigd.
Bron: Belastingdienst, Forum FIscaal Dienstverleners, 12 mei 2022
De actiegroep stop plundering Duitse pensioenen krijgt ook na kamervragen nul op het rekest. De staatssecretaris wil, uitgebreide onderbouwd, het pensioenartikel in het belastingverdrag met Duitsland niet wijzigen voor inwoners van Nederland.
Bron: Ministerie van Financiën, 9 juni 2022
Auteur: Philipp van der Wielen, werkzaam bij KPP Steuerberatungsgesellschaft in Kleve (info@kpp.de)
Voert u of uw klant als Nederlandse aannemer bouwwerkzaamheden uit in Duitsland? Dan moet u zich houden aan belangrijke Duitse wettelijke, fiscale en sociale zekerheidsvoorschriften. Dit is van groot belang, want eventuele veronachtzaming kan leiden tot aanzienlijke gevolgen, zoals bijvoorbeeld hoge boetes. In dit verband is een vroegtijdige expertise van essentieel belang, aangezien veel punten moeten worden gecontroleerd en, zo nodig, vóór de aanvang van de activiteit door de Duitse autoriteiten moeten worden goedgekeurd. Essentiële en relevante punten die moeten worden gecontroleerd, worden in dit artikel nader toegelicht.
Auteur: Torsten Viebahn, Rechtsanwalt & Fachanwalt für Arbeitsrecht werkzaam bij STRICK Rechtsanwälte & Steuerberater (viebahn@strick.de)
In Duitsland gelden strenge eisen wat betreft de ondertekening van officiële documenten. In de hieronder besproken zaak stelt een werknemer dat er in plaats van een tijdelijke arbeidsovereenkomst een arbeidsverhouding voor onbepaalde tijd bestaat omdat er niet rechtsgeldig zou zijn ondertekend. De werkgever had een ingescande, dus geen originele handtekening, gebruikt. Voldoet een ingescande handtekening aan het schriftelijkheidsvereiste?