De Belgische FOD heeft aangiften 2023 in de belasting niet-inwoners per ongeluk verstuurd aan personen die vorig jaar geen belastbaar inkomen ontvangen in België. De aangifte hoeft niet te worden ingediend.
Bron: Federale Overheidsdienst Financiën
L woont in 0217 in België en geniet een in België belast Nederland pensioen. L is als partner een kwalificerende buitenlands belastingplichtige. De inspecteur heeft de verminderingen van de (bijzondere) verhoging van de algemene heffingskorting juist berekend.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 23 november 2023, ECLI:NL:GHSHE:2022:4046
België en Nederland hebben het nieuwe belastingverdrag Nederland - België gepubliceerd. Kort samengevat is het bestuurdersartikel vernieuwd, het hooglerarenartikel en het sporters- en artiestenartikel zijn vervallen en het pensioenartikel is niet gewijzigd.
Bron: FOD Financiën, Fisconetplus, 26 juni 2023 en Tractatenblad 2023, nr. 77
Op 21 juni is het nieuwe belastingverdrag tussen Nederland en België ondertekend. De tekst van het verdrag is nog niet bekend, wel is onder meer het (hoog)lerarenartikel en het sporters- en artiestenartikel gewijzigd.
Bron: Rijksoverheid, 21 juni 2023
S woont in België en koopt zijn Nederlandse pensioen in eigen beheer af. Het belastingverdrag wijst het heffingsrecht aan Nederland toe. Nederland belast maar 80%. België moet vrijstelling geven voor 100%, maar mag wel het progressievoorbehoud toepassen.
Bron: Rechtbank Hasselt, 19 januari 2023, 20/1707/A
Q woont in Nederland en werkt in België. Hij maakt gebruik van de compensatieregeling. Bij de berekening van de compensatie blijft de Belgische RSZ-premie buiten beschouwing. Deze is niet vergelijkbaar met Nederlandse premies volksverzekeringen.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 9 mei 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:3123
A woont in een eigen woning in België en is een kwalificerende buitenlandse belastingplicht. De rente van zijn Belgische hypothecaire lening is geen eigenwoningschuld en dus niet aftrekbaar, omdat de schuld niet annuïtair wordt afgelost.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15 mei 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:3307
Auteur: Gwen Smit, werkzaam bij de Belastingdienst. Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel.
Stel dat een inwoner van België stage gaat lopen in Nederland, bij een in Nederland gevestigd bedrijf (de stageverlener). Voor dat bedrijf is het van belang om vast te stellen of er Nederlandse loonbelasting ingehouden en afgedragen moeten worden op de stagevergoeding.(1) De stagiair wil op zijn beurt weten of hij in Nederland een aangifte inkomstenbelasting moet indienen. Om deze vragen te beantwoorden, wordt in deze bijdrage eerst beschreven hoe de arbeidsverhouding van een stagiair kwalificeert voor de Nederlandse Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB). Vervolgens wordt aandacht besteed aan een tweetal goedkeuringen op basis waarvan de inhouding van loonbelasting achterwege kan blijven. Daarna komt de verdeling van het heffingsrecht over stagevergoedingen op basis van het belastingverdrag Nederland-België aan bod. Tot slot wordt kort ingegaan op achtereenvolgens de inhouding van loonbelasting door de stageverlener en de aangifte inkomstenbelasting van de stagiair.
In het Belgische parlement zijn vragen beantwoord over de controle bij grensarbeiders op telewerken. Er is geen sprake van een landelijke actie. Lokale inspecteurs kunnen wel onderzoeken doen en bewijs vragen.
Bron: Belgische Cie. voor Financiën en begroting, 8 maart 2023, CRIV 55 COM 1022
Een inwoner van België krijgt een pensioen uit Nederland van € 29.212. België belast daarvan € 4520 progressief. Het in België niet belaste bedrag is kleiner € 25.000. Nederland heeft dan op basis van het belastingverdrag geen heffingsrecht.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 1 februari 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:466