Belanghebbende stelt 181 dagen werkzaam te zijn geweest Nederland en dat daarom woonland België het heffingsrecht heeft over zijn arbeidsinkomsten. Belanghebbende voert geen enkel bewijs aan tegen de stelling van de inspecteur dat hij meer dagen, om privé-redenen, in Nederland is geweest. Belanghebbende voldoet niet aan de op hem rustende bewijslast
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10 april 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3234
De door de inspecteur ontvangen buitenlandse gegevens op basis van de Europese richtlijn 2001/16/EU kan de inspecteur niet altijd geheim houden. Alvorens de stukken geheim te houden moet de inspecteur een belangenafweging maken, waarbij het belang van belanghebbende meegewogen moet worden.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25 januari 2018
Het heffen van revisierente is volgens de Hoge Raad niet in strijd met het EVRM. De revisierente ter zake van de afkoop van een lijfrente ontbeert niet elke redelijke grond, ook als de tegenbewijsregeling niet van toepassing is.
Bron: Hoge Raad, 20 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:627
Staatssecretaris Snel licht de achtergrond van het besluit van 7 september 2017 toe. In dat besluit werd goedgekeurd dat in afwijking van een aantal belastingverdragen met de Golfstaten de vrijstellingsmethode toch toegepast kan worden door inwoners van Nederland voor bepaalde inkomsten uit dienstbetrekking. Dat besluit leidde in september 2017 tot de nodige ophef en Kamervragen.
Bron: Ministerie van Financiën, 20 april 2018
Het kabinet is van plan om de looptijd van een fiscale regeling voor werknemers uit het buitenland, de zogenoemde 30%-regeling, per 1 januari 2019 te verkorten van acht naar vijf jaar.
Hiermee heeft de ministerraad op voorstel van de staatssecretaris van Financiën ingestemd. Het kabinet volgt hiermee een aanbeveling op uit de evaluatie van de 30%-regeling. De verkorting gaat gelden voor zowel nieuwe als bestaande gevallen.
Transportondernemers, die een ‘eigen rijder’ zijn, mogen in 2018 € 36,50 verblijfskosten aftrekken. De aftrek geldt voor meerdaagse internationale ritten. Er hoeven dan geen bewijsstukken bewaard te worden, om de werkelijke kosten aannemelijk te maken.
Bron: website belastingdienst, 9 april 2018
Staatssecretaris Snel heeft vragen beantwoord over een financieel nadeel voor docenten die in België wonen en in Nederland werken. Uitgelegd wordt dat het nadeel ontstaat door de sociale zekerheid, verschillen in wetgeving, persoonlijke omstandigheden etc. Nederland heeft het (hoog)lerarenartikel aan de orde gesteld bij de lopende verdragsonderhandelingen met België.
Bron: Ministerie van Financiën, 17 april 2018
De Belastingdienst bericht over de wijze waarop dubbele of non-heffing wordt voorkomen bij in België wonende gepensioneerden. Eén bericht is gericht op de gepensioneerde en één op de inhoudingsplichtige. Op basis van de door de Belgische fiscus verstrekte gegevens wordt beoordeeld of de verdragsverklaringen worden hersteld
Bron: website belastingdienst, 16 april 2018
Auteur: Chantal Hendrickx, werkzaam als advocaat bij Hendrickx Taxlaw (chantal.Hendrickx@hendrickx-taxlaw.be)
Eind december 2017 kregen duizenden Belgische rijksinwoners een brief in de bus van de Nederlandse belastingdienst. Daarin werd aangekondigd dat de verklaring inzake vrijstelling voor de inhouding van loonheffingen per 1 januari 2018 wordt ingetrokken indien de jaarlijkse uitkeringen meer dan € 25.000 bedragen. Het gevolg van deze beslissing van de Nederlandse fiscus was dat de aanvullende pensioenen (van Nederlandse bron) genoten door Belgische rijksinwoners, waaronder veel grensarbeiders, plots in beide landen werden belast. Om een antwoord te bieden op de grote ongerustheid bij de betrokkenen, hebben de Nederlandse en Belgische belastingautoriteiten op 5 maart 2018 een akkoord ondertekend.
Auteur: mr. D. Reins, werkzaam bij TTT-Group te Amsterdam (dennis.reins@ttt-group.com)
In dit vakblad is nog maar beperkt aandacht geschonken aan de ontwikkelingen die het gevolg zijn van maatregelen rond Base Erosion and Profit Shifting (BEPS). Omdat deze ook hun invloed hebben op de fiscaliteit rondom grensoverschrijdende werknemers is het de hoogste tijd om hier weer eens iets over te schrijven. Van belang zijn dan vooral de wijzigingen en uitbreiding ten aanzien van de definitie van de vaste inrichting (VI) en vaste vertegenwoordiger (VV) en het zogenaamde multilaterale instrument (MLI) dat tot versnelde implementatie kan leiden van verdragswijzigingen. Het moment waarop de directe impact van de ontwikkelingen echt tastbaar zal worden, komt steeds dichterbij, zo dit niet reeds het geval is. In dit artikel wordt nader ingegaan op deze aspecten.