In een brief aan de Tweede Kamer wordt uitgebreid beschreven hoe de parallelimport van auto’s de Nederlandse BPM-heffing drukt. Dat de parallelimport interessant is, blijkt uit het aantal auto’s dat op deze wijze geïmporteerd wordt. Het aantal is de laatste 10 jaar verdubbeld en bedroeg in 2017 meer dan 250.000.
Bron: Ministerie van Financiën, 5 juli 2018
De RDW heeft op de website nog eens aangegeven in welke gevallen een buiten Nederland behaald rijbewijs omgewisseld kan worden naar een Nederlands rijbewijs. Lukt het omwisselen niet, dan moet een regulier theorie- en praktijkexamen afgelegd worden bij het CBR.
Bron: RDW.nl, 13 juni 2018
Een handelaar in auto’s rijdt in een Jaguar op de Nederlandse weg. De auto staat op zijn naam geregistreerd in Spanje, waar hij een vakantieadres heeft. Door het duurzame gebruik van de Nederlandse weg is de naheffingsaanslag BPM en de boete van 50% terecht opgelegd. De naheffingsaanslag wordt wel verlaagd in verband met een lagere waardevaststelling van de auto.
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 1 mei 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4324
Auteur: Mieke van Duijn, werkzaam bij Executive Car Lease & Renting BV (m.vanduijn@eclr.net)
Het is mogelijk aanzienlijk te besparen op de kosten voor zakenauto’s, indien men als Belgisch ingezetene een onderneming heeft in Nederland, of werkt voor een Nederlandse onderneming. Eenvoudigweg door de kosten van de Belgische auto (dus exclusief BPM) te verplaatsen naar de Nederlandse onderneming. Uiteraard met behoud van Belgische nummerplaat, discreet en geheel conform de Europese wetgeving. In onderstaand artikel wordt besproken hoe kosten te optimaliseren voor zakenauto’s van Belgisch ingezetenen met een Nederlandse onderneming.
Auteur: drs. R.W.M. te Kaat, belastingadviseur bij Stolwijk Kelderman accountants fiscalisten te Doetinchem en Zevenaar (r.t.kaat@stolwijkkelderman.nl)
In dit artikel ga ik in op de situatie waarin een inwoner van Nederland eigenaar is van een Duitse onderneming en een auto van die onderneming privé gebruikt. Tevens ga ik in op de situatie waarin een Duitse werkgever een auto van de zaak ter beschikking stelt aan een in Nederland wonende werknemer. De fiscale aspecten die daarbij een rol spelen komen in deze bijdrage aan de orde.
Een uit Duitsland ingevoerde auto met 303 kilometer op de teller en zonder gebruikssporen, moet voor de BPM aangemerkt worden als een nieuwe auto. De auto was eerder op een Duits kenteken gesteld ten name van een derde, waar belanghebbende de auto van gekocht heeft. In Duitsland werd de auto aangemerkt als een ‘Gebrauchtwagen’.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 21 december 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:5856
Auteur: mr. D.J.M. van Zantvoort, consultant People Advisory Services bij EY (demi.van.zantvoort@nl.ey.com)
De auto van de zaak is een aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarde om een potentiële werknemer over de contractuele streep te trekken. Er gelden bijzondere Nederlandse fiscale regels indien de werkgever deze personenauto ook voor privédoeleinden aan de werknemer ter beschikking stelt. Ook in grensoverschrijdende situaties is de auto van de zaak een aandachtspunt, omdat goed bekeken moet worden in welk land het arbeidsinkomen (inclusief de auto van de zaak) belast is. De berekening van het belastbaar inkomen dat de auto van de zaak genereert, is afhankelijk van de belastingwetgeving van het land waar deze auto (gedeeltelijk) belast wordt. In dit artikel wordt nader ingegaan op deze aspecten en de meest recente Nederlandse ontwikkelingen ten aanzien van de auto van de zaak.
Auteur: Kim Erens LL.M., werkzaam bij de afdeling People Advisory Services, EY Eindhoven (kim.erens@nl.ey.com)
Belasting op personenauto’s en motorrijwielen (BPM) dient betaald te worden voor elke in Nederland geregistreerde personenauto, motor en bestelauto. Maar ook moet BPM worden betaald voor elke niet in Nederland geregistreerde personenauto, motor en bestelauto waarmee een Nederlands ingezetene in Nederland rijdt. In een grensoverschrijdende situatie, bijvoorbeeld een inwoner van Nederland die in België werkzaam is en van zijn Belgische werkgever een bedrijfswagen met een Belgisch kenteken ter beschikking gesteld krijgt, kan men zich afvragen of BPM verschuldigd is. In dit artikel bespreek ik de mogelijkheden om in een grensoverschrijdende situatie een vrijstelling voor BPM te krijgen.
Twee waarnemingen dat een inwoner van Maastricht in een auto met Duits kenteken rijdt, is onvoldoende om aannemelijk te maken dat de auto hoofdzakelijk op het Nederlandse grondgebied duurzaam wordt gebruikt. Door diverse tegenstrijdigheden en een waarneming enkele maanden later is de naheffingsaanslag MRB met een boete van 50% toch terecht.
Bron: Hoge Raad, 29 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2508
Belanghebbende koopt een auto in Hongarije en rijdt de auto zelf 1566 km naar Nederland. Er is bij registratie voor de BPM in Nederland sprake van een gebruikte auto. Daarmee bestaat recht op een vermindering van de verschuldigde BPM.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 7 september 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:5756