Vanaf 1 januari 2019 kan in plaats van 8 jaar nog maximaal 5 jaar de 30%-regeling worden toegepast. Ook een vóór die datum afgegeven 30%-beschikking is nog geldig, met dien verstande dat de maximale looptijd ervan is ingekort.
Bron: Rechtbank Noord-Holland 5 april 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:5157
Onderzoeksbureau SEO heeft in opdracht van het Ministerie van Financiën een evaluatie uitgevoerd van de extraterritoriale kosten- en 30%-regeling. Daaruit blijkt dat de 30%-regeling doeltreffend is door het aantrekken van kennismigranten en daarmee een bijdrage kan leveren aan het vestigingsklimaat. Bij afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht is het voor vermogende werknemers door de 30%-regeling nog steeds aantrekkelijk om naar Nederland te komen. De ETK-regeling is wegens niet-gebruik deels doeltreffend in het vergoeden van werkelijke kosten.
Bron: Kamerbrief Aanbieding rapport Evaluatie ETK en 30%-regeling, 14 juni 2024
Volgens Staatssecretaris Van Rij van Financiën kan de doorstootverplichting in de lucratiefbelangregeling niet samengaan met de optionele partiële buitenlandse belastingplicht. Dat antwoordt Van Rij op Kamervragen naar aanleiding van de ophef over twee expat-managers van Action die buiten bereik van de fiscus bleven. De samenloop tussen beide regelingen kan er volgens van Rij niet toe leiden dat geen belastingheffing plaatsvindt terzake van het lucratieve belang. Per 2025 wordt de partiële buitenlandse belastingplicht voor nieuw ingekomen werknemers die gebruikmaken van de 30%-regeling sowieso afgeschaft. Van Rij gaat ook nog in op vragen over ondermeer de regeling voor vergoeding van extraterritoriale kosten en de 30%-regeling, met name wat betreft het uitruilen van door brutoloon tegen vergoedingen voor extraterritoriale kosten.
Bron: Kamerstukken, 30 mei 2024
Het Financieele Dagblad meldt dat de formerende partijen de voorgenomen versobering van de 30%-regeling willen terugdraaien. Hetzelfde geldt voor het beëindigen van de vrijstelling van dividendbelasting bij de inkoop van eigen aandelen. Het FD baseert zich hierbij op een bericht van persbureau Bloomberg op basis van anonieme bronnen.
Bron: FD, 13 mei 2024
Volgens het Gerechtshof Den Haag was belanghebbende ten tijde van het aangaan van de arbeidsovereenkomst inwoner van Nederland op grond van artikel 4, lid 1, AWR. Een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland is aanwezig. Belanghebbende is daarom niet een door een inhoudingsplichtige uit het buitenland aangeworven werknemer als bedoeld in artikel 10e, lid 2, letter b, Uitvoeringsbesluit, zodat niet is voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van de 30%-bewijsregel.
Bron: Gerechtshof Den Haag, 22-2-2024
De Kennisgroep IBR IB niet winst/LB/PH-aanslag heeft een standpunt ingenomen over de verschillende overgangsregelingen behorende bij de 30%-regeling. Meer specifiek over de gevolgen van correcties van het voor de overgangsregelingen relevante loontijdvak. Wat betreft toegang tot de overgangsregelingen wordt de 30%-vergoeding geacht ook in het relevante loontijdvak te zijn genoten wanneer de 30%-regeling met terugwerkende kracht is toegepast
Bron: Belastingdienst Kennisgroepen, 23-04-2024
De Staatssecretaris van Financiën heeft op 16 april 2024 de Tweede Kamer geïnformeerd over de Fiscale Beleids- en Uitvoeringsagenda van het kabinet. Hiermee geeft hij inzicht in belastingbeleid en voorgenomen wetstrajecten voor dit jaar. Daarnaast gaat de Staatsecretaris in op alternatieve dekkingsopties waarmee diverse aangenomen amendementen kunnen worden teruggedraaid (waaronder de wijzigingen aan de 30% regeling). Voorlopige conclusies van de evaluatie van de 30% regeling worden verwacht op 1 juni. Alternatieve maatregelen die minder schadelijk uitpakken voor de economie kunnen evt. in het Belastingplan 2025 in wetgeving worden omgezet.
Auteurs: Henk Amorison en Kevin Dam, beiden zijn Tax consultant bij Hillbrook Expatriate Tax Solutions (henk@hillbrook.nl en kevin@hillbrook.nl)
In het vorige nummer van ‘Grensoverschrijdend werken’ hebben wij een set van geactualiseerde stroomschema’s over de 30%-regeling geïntroduceerd. In het vorige deel hebben wij de eerste twee stroomschema’s van deze set besproken. In ’Stroomschema 1’ hebben wij de diverse salarisnormen van de 30%-regeling opgenomen, evenals de doorverwijzing naar één van de drie substroomschema’s. ‘Stroomschema 2’, de eerste van de drie substroomschema’s, betreft de gevallen waarbij de dienstbetrekking in het kader waarvan wordt getoetst of een werknemer in aanmerking kan komen voor de 30%-regeling, de eerste Nederlandse dienstbetrekking is. In dit tweede deel zullen de overige twee stroomschema’s centraal staan.