Auteur: Udo Croonenbrock, als Rechtsanwalt werkzaam bij STRICK Rechtsanwälte & Steuerberater (croonenbrock@strick.de)
Per 1 januari 2018 geldt in Duitsland een nieuw stelsel voor bouwcontractrecht. Hierin wordt met name de positie van opdrachtgevers sterker. De wijzigingen in het Duitse bouwrecht zijn van groot belang voor Nederlandse (bouw)bedrijven die in Duitsland actief zijn. In onderstaand artikel wordt ingegaan op deze nieuwe wetgeving inzake het bouwcontract, het bouwcontract met particulieren en de kooprechtelijke aansprakelijkheid voor gebreken.
Auteur: Udo Croonenbrock, als Rechtsanwalt werkzaam bij STRICK Rechtsanwälte & Steuerberater (croonenbrock@strick.de)
Het Duitse bouwcontractrecht heeft zojuist een belangrijke wijziging ondergaan. Op het gebied van B2B-leveringen en de hiermee gepaard gaande aansprakelijkheden en verplichtingen tot hernieuwde nakoming is eindelijk in een prangende leemte voorzien. Wat in de rechtstoestand tussen ondernemer en eindafnemer (B2C) al wettelijk geregeld was, vindt nu ook ingang in het bouwrecht tussen ondernemers onderling (B2B). In bouwcontracten die met ingang van 1 januari 2018 worden gesloten is vanaf deze datum de volgende regeling van toepassing: ambachtslieden en bouwbedrijven die bij hun klanten (zonder kennis hiervan) gebrekkig materiaal hebben gebruikt en dit euvel moeten verhelpen, kunnen voortaan de totale vervolgkosten op de fabrikant/leverancier verhalen. Dit betekent dat de fabrikant/leverancier niet alleen voor vervanging van de gebrekkige bouwstoffen moet zorgen, maar ook moet opdraaien voor de kosten van de demontage en hernieuwde montage van het materiaal.