Evelien de Jong

Evelien de Jong

29-10-2023

Tijdelijk telewerken in het buitenland – welkome verduidelijkende richtlijnen

Auteur: Evelien de Jong, Senior manager bij EY Belastingadviseurs LLP (evelien.de.jong@nl.ey.com)

Onlangs is op de website van de Europese Commissie DG Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie een document gepubliceerd met daarin richtlijnen over het toepasselijke sociale zekerheidsstelsel bij telewerk(1). Deze richtlijnen zien hoofdzakelijk op de voorwaarden van de kaderovereenkomst bij telewerken, waarover in dit vakblad reeds diverse artikelen zijn geschreven(2). In dit artikel beschrijf ik de paragraaf die speciaal gewijd is aan tijdelijk internationaal telewerken (in tegenstelling tot het voor onbepaalde tijd bijvoorbeeld vanuit het home office telewerken). Deze paragraaf bevat interessante aanknopingspunten voor de steeds internationaler en flexibeler wordende manier van werken. Bijna elke organisatie heeft immers inmiddels al te maken gehad met aanvragen voor workation (tijdelijk werken vanaf het vakantieadres) of verzoeken om tijdelijk in het buitenland te werken voor een medische behandeling van zichzelf of een ziek familielid. Deze richtlijnen helpen het toepasselijke stelsel te duiden op een manier die recht doet aan het doel van de sociale zekerheidsverordening 883/2004: het bevorderen van het vrij verkeer van werknemers en het voorkomen van een tijdelijke wisseling van het toepasselijke sociale zekerheidsstelsel.

21-04-2023

Update: Nieuwe sociale zekerheidsregels bij internationaal telewerken aangekondigd

Auteur: Evelien de Jong, werkzaam bij EY People Advisory Services (evelien.de.jong@nl.ey.com)

In dit Vakblad hebben we al eerder uitgebreid stil gestaan bij de gevolgen van internationaal thuiswerken op het toepasselijk sociale zekerheidsrecht. In een notendop: een inwoner van een EU-lidstaat, die werkzaam is bij een in een andere EU-lidstaat gevestigde werkgever, is sociaal verzekerd in het werkland. Werkt de werknemer echter substantieel thuis, dan is hij sociaal verzekerd in het woonland. Substantieel is in principe 25% of meer van de totale werktijd en/of bezoldiging. Tijdens de COVID pandemie heeft het internationale thuiswerken een vlucht genomen. Om een wisseling van het toepasselijke sociale zekerheidsstelsel te voorkomen, geldt tot 1 juli 2023 een overgangsperiode. In deze periode heeft het grensoverschrijdend telewerken geen gevolgen. Vanaf 1 juli gelden in principe weer de normale aanwijsregels van de Europese Verordening 883/2004. Minister Van Gennip (SZW) informeerde de kamer op 12 april 2023 echter dat een (optionele) nieuwe telewerk regeling voor grenswerkers in de maak is.(1) Inmiddels heeft de SVB ook op haar website de aankondiging vermeld.(2)

08-12-2022

X en Y vs de SVB: welk sociale zekerheidsstelsel geldt tussen perioden van tewerkstelling in?

Evelien de Jong, Senior manager, EY Belastingadviseurs LLP te Eindhoven (evelien.de.jong@nl.ey.com)

In een recent arrest heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat het sociale zekerheidsstelsel van het woonland geldt in de periode tussen twee uitzendopdrachten in, mits de arbeidsovereenkomst is beëindigd(1). De zaak in kwestie was aangespannen door X, een inwoner van Duitsland en Y, een inwoner van Polen. Zowel X als Y hadden een arbeidsovereenkomst gesloten met een in Nederland gevestigd uitzendbureau. Beiden waren op basis van meerdere opeenvolgende uitzendopdrachten in Nederland werkzaam en in Nederland sociaal verzekerd. Echter, bij het einde van de uitzendopdracht, eindigde ook steeds de arbeidsovereenkomst en verrichtten X en Y geen werkzaamheden. Als gevolg hiervan oordeelde de SVB dat gedurende de periode van inactiviteit het sociale zekerheidsstelsel van het woonland van toepassing was. X bouwde zodoende geen Nederlands staatspensioen (AOW) op en Y had geen recht op Nederlandse kinderbijslag. X en Y waren het niet eens met deze conclusie en procedeerden tot aan de Centrale Raad van Beroep, die vervolgens prejudiciële vragen stelde aan het Europese Hof van Justitie. In dit artikel bespreek ik het arrest en besluit ik met de praktische gevolgen voor de praktijk.

14-09-2022

Telewerken door grenswerkers post zomer ‘22

Auteur: Evelien de Jong, werkzaam als senior manager bij EY Belastingadviseurs LLP te Eindhoven (evelien.de.jong@nl.ey.com)

In dit vakblad is reeds diverse keren toegelicht welke impact internationaal thuiswerken heeft op de sociale zekerheidspositie en belastingplicht van een grenswerker (en diens werkgever) en de zogenoemde “no-impact” maatregelen die van kracht waren vanwege de Coronapandemie. Ik zal daarom in dit artikel geen uitvoerige uiteenzetting geven van de basisregels uit de sociale zekerheidsverordening 883/2004 en de diverse verdragen ter vermijding van dubbele belastingheffing(1). In dit artikel bespreek ik de Richtsnoeren voor Telewerk die de Administratieve Commissie (hierna: AC) op 14 juni 2022 gepubliceerd heeft en het Advies over Belastingheffing bij grensoverschrijdende telewerkers en hun werkgevers van het Europees Economisch en Sociaal Comité (hierna: EESC) van 13 juli 2022(2). Beiden hebben hun gedachten laten gaan over de sociale zekerheidsrechtelijke (de AC) en de fiscale (de EESC) positie van grenswerkers en hun werkgevers. Hieronder licht ik beide posities nader toe en kijk ik voorzichtig vooruit naar de toekomst. In de hoop dat de - vooralsnog - solistische visies op het terrein van de sociale zekerheid en de fiscaliteit uiteindelijk ook uni sono een mooi duet vormen. Of zingt uiteindelijk elk vogeltje toch zijn eigen lied?

Blijven de voorzichtig positieve geluiden uit Brussel een solo of wordt het een duet? En hoe luidt de finale…?

31-05-2022

Sociale zekerheidspuzzelen voor gevorderden: een grensarbeider op uitzending buiten de Europese Unie

Auteur: Evelien de Jong, Senior manager, EY Grensarbeiderscentrum, Ernst & Young Belastingadviseurs LLP te Eindhoven (evelien.de.jong@nl.ey.com)

In een eerder artikel schreef ik al over een uitspraak van de rechtbank aangaande de sociale zekerheidspositie van een grensarbeider die op uitzending gaat naar een Verdragsland.(1) De zaak betrof een inwoner van België die door zijn Nederlandse werkgever voor 12 maanden naar China werd uitgezonden. De rechtbank bepaalde dat het Sociale zekerheidsverdrag tussen Nederland en China van toepassing was op betrokkene en dat de SVB een zogenoemde “Verklaring toepasselijke wetgeving” (hierna: CoC) moest afgeven waaruit blijkt dat het Nederlandse sociale zekerheidsrecht van toepassing is. De SVB ging echter tegen deze uitspraak in hoger beroep. Volgens de SVB kan de detacheringsbepaling uit het verdrag niet toegepast worden op grensarbeiders. Dit zou betekenen dat betrokkene niet in Nederland verzekerd kan blijven gedurende de uitzending. Onlangs is het oordeel van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) gepubliceerd(2). De Raad bepaalt dat de SVB het sociale zekerheidsverdrag Nederland-China ook toe dient te passen op werknemers die voorafgaand aan de uitzending niet in Nederland wonen.

14-03-2022

De pleisters kunnen er af! Eindelijk duidelijkheid over de verzekeringsplicht voor (langdurige) zorg na Brexit

Auteur: Evelien de Jong, Ernst & Young Belastingadviseurs LLP – People Advisory Services (evelien.de.jong@nl.ey.com)

Het sociale zekerheidsprotocol bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk regelt de sociale zekerheidspositie van personen die na 1 januari 2021 in een grensoverschrijdende situatie tussen EU en VK verkeren. Dit Protocol komt grotendeels overeen met EU Verordening 883/2004 zoals vóór de Brexit gold. Over de Wlz en de Zvw verzekeringsplicht post Brexit bleef in de praktijk echter grote onduidelijkheid bestaan. Als gevolg van de uitsluiting van de Wlz meenden velen dat de verzekeringsplicht voor de Wlz en de Zvw op basis van nationale wet- en regelgeving moest worden bepaald. Inmiddels is echter gebleken dat dit op een misverstand berust. In dit artikel wordt hierop nader ingegaan.

02-07-2021

De SF case op grensarbeiders toegepast: hoe een business trip naar China in een onontwarbare sociale zekerheidskluwen resulteert

Auteur: Evelien de Jong, Senior manager, EY Grensarbeiderscentrum, Ernst & Young Belastingadviseurs LLP te Eindhoven (evelien.de.jong@nl.ey.com)

Stelt u zich de volgende situatie eens voor: Het is januari 2018 – nog lang voor de eerste tekenen van de COVID-19 pandemie zich aankondigen. Een inwoner van België is werkzaam voor een in Nederland gevestigde werkgever. Hij werkt vrijwel uitsluitend in Nederland. Op basis van EG Verordening 883/2004 is hij sociaal verzekerd in Nederland. Hij heeft een Nederlandse ziektekostenverzekering. In België is hij met een S1 ingeschreven zodat hij ook aldaar naar de dokter kan. Zijn werkgever draagt Nederlandse sociale zekerheidsbijdragen af via de payroll. Tot dusver niks aan de hand. Dan blijkt dat zijn werkgever een leuke korte klus in het buitenland voor hem heeft. “Of hij zin heeft om voor 12 maanden naar China te gaan?”. Dat lijkt hem een hele leuke uitdaging. Hij is single en ziet dit als de perfecte combinatie; een mooie carrièrekans en de gelegenheid om China - een groeimarkt - beter te leren kennen. Werkgever en werknemer starten met de voorbereiding van de korte uitzending naar China. Naast de juiste immigratiepapieren en accommodatie, regelen ze natuurlijk ook dat hij adequaat sociaal verzekerd is tijdens zijn uitzending. Dat treft: Nederland en China hebben sinds september 2017 een verdrag inzake sociale zekerheid gesloten (hierna: Verdrag) op basis waarvan hij in Nederland sociaal verzekerd kan blijven. Als bewijs hiervan, vraagt de werkgever namens hem een zogenoemde verklaring toepasselijke wetgeving (of Certificate of Coverage; hierna: CoC) aan bij de Nederlandse Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB). Een dergelijke verklaring zorgt er tevens voor dat hij zich in China niet bij het (beperkte) sociale zekerheidsstelsel hoeft aan te sluiten. Echter, tot hun verbazing krijgen ze nul op rekest van de SVB: het Verdrag is niet van toepassing aangezien de werknemer voorafgaand aan zijn tewerkstelling in China niet in Nederland woonde! Diverse andere collega’s hadden een dergelijke verklaring echter wél ontvangen. De start van een langdurige geschiedenis om te achterhalen welke wetgeving de sociale zekerheidspositie van grensarbeiders op uitzending naar verdragslanden regelt. In dit artikel neem ik u stap voor stap mee in wat uiteindelijk zal gaan uitmonden in een zaak voor de Centrale Raad van Beroep. Aan het slot geef ik de huidige stand van zaken weer en tips voor de praktijk.

17-09-2020

Nieuw thuiswerkbeleid? Vergeet de grensarbeiders niet!

Auteur: Evelien de Jong, Grensarbeiderscentrum, Ernst & Young Belastingadviseurs LLP te Eindhoven (evelien.de.jong@nl.ey.com)

Nu medewerkers in verband met de COVID-maatregelen vaker thuiswerken, beraden veel ondernemingen zich op de toekomst. Hun HR-beleidsmakers zijn druk met het vormen van een thuiswerkbeleid. In dit artikel aandacht voor de internationale aspecten van thuiswerken, en dan met name de aandachtspunten voor grensarbeiders. In de situatie dat werknemers niet in Nederland wonen, maar over de grens: leidt het meer thuiswerken tot een sociale zekerheidsswitch, andere sociale zekerheidspremies en uitkeringsrechten? Hoe ga je daar als werkgever mee om en hoe regel je dit?

29-05-2019

Het voorstel tot wijziging van Vo 883/2004 in vogelvlucht: een zoektocht naar wonderen, heelmiddelen en wensputten

Auteur: Evelien de Jong, als senior manager verbonden aan het Grensarbeiderscentrum van EY Belastingadviseurs LLP te Eindhoven (evelien.de.jong@nl.ey.com)

Het voorstel van de Europese Commissie om de sociale zekerheidsverordening 883/2004 te wijzigen heeft al heel wat pennen in beweging gebracht en voor flinke reuring in menig nationaal parlement gezorgd, zo ook in de Nederlandse Tweede Kamer. De bezorgde krantenkoppen waren de laatste maanden niet van de lucht. Gevreesd werd dat de voorgestelde wijzigingen tot uitkeringstoerisme en misbruik zouden leiden bij werkloosheid. Voor de goede verstaander zijn er echter nuances aan te brengen en bevat het voorstel nog andere interessante aspecten op het vlak van internationale tewerkstellingen. Helaas is de finale stemming over het voorstel door alle commotie uitgesteld tot na de Europese verkiezingen, zodat het nieuwe parlement zich kan uitspreken. Naar verwachting kan de verdere behandeling nog een hele poos duren (mogelijk najaar 2019 maar wellicht ook later) en, afhankelijk van de uitkomst van de verkiezingen, voor meer tweespalt zorgen. Aangezien het goed is om toch al op de hoogte te zijn van de voorstellen en de uitspraken in de politiek en media beter te kunnen plaatsen, bespreek ik in dit artikel in vogelvlucht de voor de praktijk belangrijkste voorgestelde wijzigingen(1).

16-12-2016

Verleg de grenzen van uw kennis

Auteur: Evelien de Jong, verbonden aan het EY Grensarbeiderscentrum, Ernst & Young Belastingadviseurs LLP te Eindhoven (evelien.de.jong@nl.ey.com)

Sjors Meesters werkt al sinds jaar en dag met grote tevredenheid als salarisadministrateur bij een internationaal georiënteerde universiteit. Hoewel hij al veel complexe situaties gezien heeft, blijven de aanstellingen met een internationaal tintje bij hem voor hoofdbrekens zorgen. Helemaal nu de kogel van de nieuwe Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren door de Eerste Kamer is. Toen hij las dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel op 8 november 2016 had aangenomen, vroeg hij zich direct af of dit ook voor “zijn” internationale ambtenaren gevolgen zou kunnen hebben. Zou deze nieuwe wet er toe kunnen leiden dat hun sociale zekerheidspositie wijzigt? Met toepassing van de Europese sociale zekerheidsverordening 883/2004 kon hij nu vaak “achterover leunen”. Deze verordening kent immers een speciale aanwijsregel, die bepaalt dat ambtenaren uitsluitend sociaal verzekerd zijn in het land waar de dienst ressorteert waarbij zij werkzaam zijn. Zodoende hoefde de universiteit, meestal, uitsluitend Nederlandse sociale zekerheidspremies af te dragen. Premieafdracht en registratie in het andere woon/werkland van de ambtenaar was daardoor niet vaak aan de orde.

Sjors maakt zich voornamelijk zorgen over professor Renate Popkitsch. Zij woont in Duitsland en heeft een parttime aanstelling (0,8 FtE) bij de Nederlandse universiteit. Haar onderzoek verricht ze structureel één dag per week vanuit haar Duitse home-office. Momenteel is zij sociaal verzekerd in Nederland en draagt de universiteit Nederlandse sociale zekerheidsbijdragen voor haar af. Daarnaast vraagt hij zich af of de sociale zekerheidspositie van dr. Piet van der Zelf zal veranderen. Hij woont in Nederland en heeft zowel een parttime aanstelling bij de Nederlandse universiteit (0,5 FtE) als een aanstelling bij een Belgische universiteit (0,5 FtE). Ook hij is momenteel in Nederland sociaal verzekerd.

Vragen:

  1. Wanneer zal de Wet Normalisering Ambtenaren in werking treden?
  2. Zal de Wet Normalisering Ambtenaren de sociale zekerheidspositie van professor Popkitsch en dr. Van der Zelf wijzigen?