Hof Den Haag oordeelt dat Nederland Spaanse rente terecht forfaitair in de heffing betrekt. Dat de Spaanse vermogensbelastingwet een vrijstelling kent voor vermogensbestanddelen van niet-ingezetenen tot een bedrag van € 700.000 maakt dit niet anders.De inspecteur verzocht belanghebbende om informatie te verstrekken over tien in Spanje aangehouden bankrekeningen, die hij niet in zijn IB-aangiften als box 3-vermogen heeft verantwoord. Naar aanleiding van de door de Spaanse autoriteiten verstrekte bankgegevens legt de inspecteur IB-navorderingsaanslagen op. De inspecteur legt eveneens verzuimboeten op wegens grove schuld. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Dat de Spaanse regelgeving bepaalt dat vermogensbestanddelen van niet-ingezetenen tot een bedrag van € 700.000 zijn vrijgesteld van belastingheffing, kan niet baten, omdat deze regelgeving niet in Nederland geldt. De inspecteur heeft doen blijken dat sprake is van grove schuld. De boetebedragen zijn passend en geboden.
Bron: Gerechtshof Den Haag, 27 februari 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:906
Standpunt Belastingdient: Een inwoner van Nederland ontvangt een Erwerbsminderungsrente vanuit Duitsland. Deze uitkering wordt betaald door de Deutsche Rentenversicherung. Is de Erwerbsminderungsrente een socialezekerheidsuitkering waarop artikel 17, derde lid, van het verdrag Nederland-Duitsland van toepassing is? Nee, de Erwerbsminderungsrente die wordt betaald door de Deutsche Rentenversicherung wordt op grond van artikel XIII van het protocol bij het Verdrag aangemerkt als een “sociaalzekerheidspensioen”. Dat betekent dat niet artikel 17, derde lid, maar artikel 17, eerste of tweede lid, Verdrag van toepassing is.
Bron: Standpunten Belastingdienst, 26 juni 2024
De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH-aanslag stelt dat voor de toepassing van art. 15 lid 3 Verdrag Nederland-België geen nadere voorwaarden worden gesteld aan de exploitatie van een schip.
Bron: Standpunten Kennisgroepen, 25 juni 2024
Het kabinet blijft van plan om per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium op schijnzelfstandigheid volledig op te heffen.Er wordt niet gewacht met het opheffen van het handhavingsmoratorium tot de verduidelijking van wetgeving op het gebied van het arbeidsrecht is ingevoerd. Het kabinet blijft van plan om per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium volledig op te heffen. Dat laat staatssecretaris Van Rij van Fiscaliteit weten in antwoord op Kamervragen. Tijdens het commissiedebat Belastingdienst van 15 februari 2024 heeft de staatssecretaris aangegeven dat het opheffen van het handhavingsmoratorium als randvoorwaarde kent dat daarnaast ook de wetgeving op het terrein van het arbeidsrecht moet worden verduidelijkt.
Bron: Kamerstukken, 20 juni 2024
Bij het Hof 's-Hertogenbosch is in geschil of scholingsuitgaven zijn betaald gedurende de periode dat belanghebbende binnenlands belastingplichtig is. Het Hof oordeelt dat belanghebbende recht heeft op aftrek van scholingsuitgaven voor het door haar betaalde collegegeld, omdat de betaling het karakter had van een waarborgsom en er dus sprake is van een depotstorting. Het collegegeld is pas verschuldigd op het moment van definitieve inschrijving, en die vond plaats nadat de verblijfsvergunning was afgegeven.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12 juni 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:1921
Belanghebbende woonde sinds 1997 in Spanje, waar hij een AOW-uitkering ontving en pensioenuitkeringen van drie Nederlandse pensioenfondsen. Op die uitkeringen werd een buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet ingehouden. Hij vermeldde deze buitenlandbijdragen in zijn aangiften IB als loonheffing, maar de inspecteur corrigeerde de aangiften en verrekende de buitenlandbijdragen niet als voorheffing. Rechtbank Zeeland-West-Brabant was het daarmee eens. Gelet op artikel 9.2 Wet IB 2001 was de buitenlandbijdrage geen voorheffing die verrekenbaar is met de op de aanslag verschuldigde IB.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12 juni 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:1918
Duitsland is bezig de visumprocedures voor werknemers uit het buitenland te versnellen om zo nijpende personeelstekorten tegen te gaan. Volgens minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock wordt hier extra spoed achter gezet, onder meer door digitalisering. Dat zei ze tijdens een bijeenkomst van haar politieke partij, de Groenen.
Bron: ANP, 18 juni 2024
De taskforce telewerken, die onder het Belgische voorzitterschap van de EU was opgericht om oplossingen te vinden voor de belastingheffing op telewerk, heeft geen consensus kunnen bereiken. Dat is gebleken tijdens het onlangs gehouden Cross-Border Workers Colloquium waar de resultaten van de taskforce zijn gepresenteerd. De taskforce heeft aangegeven dat de kwesties rond belastingheffing niet uitsluitend Europees zijn. De taskforce is daarom tot de conclusie gekomen dat de OESO een beter forum is om dit te onderzoeken. De OESO heeft voor de rest van dit jaar bijeenkomsten gepland in werkgroepen die zich zullen bezighouden met dit onderwerp. De fiscale behandeling van de inkomsten verdiend met telewerken zijn essentieel voor de arbeidsmobiliteit en het aantrekken van talent.
Bron: Nieuwsbrief SOFIE, 11 juni 2024
Onderzoeksbureau SEO heeft in opdracht van het Ministerie van Financiën een evaluatie uitgevoerd van de extraterritoriale kosten- en 30%-regeling. Daaruit blijkt dat de 30%-regeling doeltreffend is door het aantrekken van kennismigranten en daarmee een bijdrage kan leveren aan het vestigingsklimaat. Bij afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht is het voor vermogende werknemers door de 30%-regeling nog steeds aantrekkelijk om naar Nederland te komen. De ETK-regeling is wegens niet-gebruik deels doeltreffend in het vergoeden van werkelijke kosten.
Bron: Kamerbrief Aanbieding rapport Evaluatie ETK en 30%-regeling, 14 juni 2024
Werkgevers met internationale telewerkers moeten vóór 1 juli 2024 actie ondernemen om te voorkomen dat deze mogelijk onder het socialezekerheidsstelsel van hun woonland vallen en dat ze daarom in de periode van 1 juli 2023 tot 1 juni 2024 niet aan de socialezekerheidsverplichtingen voldoen. In de meeste gevallen zal dit ook leiden tot een verplichte buitenlandse salarisadministratie voor de werkgever. Vanaf 1 juli 2024 moet het A1-certificaat binnen 3 maanden na aanvang van de werkzaamheden worden aangevraagd.
Bron: Website SVB, juni 2024