Auteurs: Henk Amorison en Kevin Dam, beiden zijn Tax consultant bij Hillbrook Expatriate Tax Solutions (henk@hillbrook.nl en kevin@hillbrook.nl)
In het vorige nummer van ‘Grensoverschrijdend werken’ hebben wij een set van geactualiseerde stroomschema’s over de 30%-regeling geïntroduceerd. In het vorige deel hebben wij de eerste twee stroomschema’s van deze set besproken. In ’Stroomschema 1’ hebben wij de diverse salarisnormen van de 30%-regeling opgenomen, evenals de doorverwijzing naar één van de drie substroomschema’s. ‘Stroomschema 2’, de eerste van de drie substroomschema’s, betreft de gevallen waarbij de dienstbetrekking in het kader waarvan wordt getoetst of een werknemer in aanmerking kan komen voor de 30%-regeling, de eerste Nederlandse dienstbetrekking is. In dit tweede deel zullen de overige twee stroomschema’s centraal staan.
Auteurs: Henk Amorison en Kevin Dam, beiden zijn Tax consultant bij Hillbrook Expatriate Tax Solutions (henk@hillbrook.nl en kevin@hillbrook.nl)
Als het gaat om de 30%-regeling, is het lastig nog door de bomen het bos te zien. Niet alleen om te weten wanneer iemand ervoor in aanmerking komt, maar ook om te begrijpen welke (overgangs)regeling op werknemers van toepassing is. Zo’n 10 jaar geleden hebben we de 30%-regeling van 2012 in één stroomschema proberen te vangen. Nu, met de vele wijzigingen en overgangsregelingen, doen we een nieuwe poging. Deze keer hebben we daar vier stroomschema’s voor nodig. Middels de stroomschema’s kun je beoordelen óf en wanneer een ingekomen werknemer wel of niet in aanmerking kan komen voor de 30%-regeling of de 30/20/10-regeling, al dan niet met een gemaximeerde grondslag te maken krijgt en mét of zónder te kunnen opteren voor de zogenoemde ‘partiële buitenlandse belastingplicht’ in de aangifte inkomstenbelasting. In deze editie van het vakblad lichten we stroomschema 1 en 2 toe, in het komende nummer volgen stroomschema 3 en 4.